PASEN
Het is eerste paasdag en voor mijn neus een leeg scherm waarop een column moet worden geschapen. In de voetbalwereld zijn er weinig verwikkelingen anders dan de problemen die inmiddels al ruimschoots uitgekauwd en uitgespuugd zijn. Heeft mijn kritische toonzetting bij die zaken iets geholpen bij de oplossing daarvan? Ik heb niet de arrogantie om me daar iets bij voor te stellen. Laat ik tevreden zijn met de gedachte, dat ik via dit medium de kans krijg om mijn gal te spuien en daarmee mogelijk milder het daglicht kan verdragen.
Achter me wordt de ontbijttafel met het hoofdstuk EI afgeruimd en klaar gemaakt voor een feestelijke kop koffie met gebak dat een relatie heeft met de Paashaas. Het is allemaal zo profaan zou je zeggen.
In mijn jeugd lag de klemtoon van het feest elders. Als kind uit een Rooms nest had je een veertigdaagse vastentijd achter de rug, alhoewel er weinig verschil was tussen die dagen en alle andere dagen van het jaar in een gezin met een dunne portemonnee. Paaszaterdag waarop je het snoeptrommeltje open mocht doen, tenminste als snoep een rol in je leven mocht spelen. De kerkklokken kwamen terug uit Rome, want die hadden veertig dagen hun mond moeten houden en waren volgens de legenden allemaal tijdelijk naar Rome getransporteerd. De hele cyclus van Witte Donderdag tot en met de eerste paasdag was een mengeling van religieuze hoogtepunten en werelds genot.
Waar je jeugd ver in het verleden ligt, is het een warreling van herinneringen vervaagd tot sfeerbeelden van langdurige ceremoniën verpakt in onbegrepen latijn. Nu het simpele geloven steeds meer onder druk komt te staan van kennis en wetenschap, resteren de onbeantwoorde vragen en een verlangen naar de tijd dat de antwoorden klaar lagen voor vragen die nog niet gesteld waren.
Paasherinneringen, maar zijn er dan geen voetbalherinneringen?
Oh zeker.
HET WATERBALLET
Ooit had “De Ster” een complex aan de Buurtweg. Op een natte zondagmorgen na een nog veel nattere nacht trok een elftal uit de laagste categorieën van het toenmalige RAVA op richting Wassenaar. Het veld daar zag er niet uit, meer water dan gras. Een eigenwijze thuisfluiter vond dat er toch gespeeld moest worden omdat er geen algehele afkeuring van kracht was. Geen van de partijen was het er mee eens maar ach, het was zondag. Het werd een gedoe dat nog weinig met voetballen had totdat de bal in een plas plonsde die een volwassen diameter van zeker drie meter had. Het ding lag precies in het midden en niemand was bereid het water in te lopen. Ik kwam op het idee om te proberen het water een bepaalde kant op te stuwen door met de binnenkant van mijn schoen golven te maken. Het ontaardde echter in een waterballet waarbij van meerdere kanten enthousiast werd meegedaan. Na korte tijd stonden zeker zo’n tien volwassen kerels als kleuters in de plas te stampen. De bal kwam er niet uit en spontaan besloten beide ploegen om er mee te kappen. De scheids moest de bal opvissen en accepteerde zijn nederlaag. Het gedoe kreeg nog een staartje want in die tijd verkocht “De Ster” in het clubgebouw porties nasi van een prima kwaliteit. Met twee rantsoenen en een paar biertjes kwam ik vrolijk thuis totdat ik mijn vrouw moest vertellen dat haar kookkunsten tevergeefs waren geweest omdat ik al “buiten de deur” had gegeten.
Het heeft enige dagen geduurd voor we weer “on speaking terms” waren.
DE KOPBAL
Op de Noordwal in Den Haag was tegenover de brug bij de Hemsterhuisstraat het café van de familie Verheijen, die een naam in de krachtsport hadden die lag op Olympisch niveau. Het was ook een contactpunt voor andere sporters, waaronder veel voetballers van bijvoorbeeld Texas, ODB, Kranenburg en andere puur Haagse verenigingen. Het was een soort voorloper van de “Oude Haagse Glorie”. Daar leerde ik Tonny kennen, een stevige Texaan met een behoorlijke kop met haar totdat hij zijn mannelijke imago oppepte door zijn schedel kaal te scheren en te houden. Dezelfde Tonnie kwam met zijn ploeg op bezoek bij RAVA waar hij mij trof in de functie van clubscheidsrechter.
Bij een corner dook Tonnie op en claimde een doelpunt met een kopbal. Mijn grensrechter wist mij ervan te overtuigen dat de score met het vuistje naast het hoofd was gebeurd. Maar hoe loste ik dat op. Texas vierde al een feestje op de middenstip van ons derde veld dat de kwaliteit had van een permanent modderbad. Ik haalde de bal uit het doel en liep er mee naar Tonnie. Ik wees op de bal en op zijn wederom spiegelglad geschoren schedel. Geen spatje modder op te herkennen terwijl de bal baggervet was. Ik liep terug naar het doel en gaf daar een vrije schop wegens hands. Heel Texas had ik achter me en de opmerkingen en scheldwoorden waren zeer gevarieerd. Tonnie hield zich echter opvallend op de achtergrond. Ik kon hem er echter wel van overtuigen, dat een geintje leuk was maar dat hij zijn ploeggenoten moest vertellen dat de truc niet gelukt was. Hij was sportief genoeg om dat te doen en de wedstrijd werd lacherig uitgespeeld.
In de derde helft werd het incident met veel schouderklopjes afgeveegd.
Ach, een geintje moet kunnen.
Achter me hoor ik een stem die me uit mijn herinneringen sleurt:
“Er is koffie, moet je er een stukje paasgebak bij?”
Het is weer Pasen
DE GODEN GREPEN IN
Ze stonden daar in de Kuip, de Amsterdamse godenzonen. Ze waren gekomen om tussendoor de beker op te halen. PEC-Zwolle zou even als sparringpartner mogen fungeren en zeventienduizend Zwollenaren hadden hun tijd beter kunnen besteden dan een verre reis naar Rotterdam te maken.
Al in de eerste minuten maakte AJAX zijn bedoelingen duidelijk, maar daarna ging het mis. Een stel Amsterdamse criminelen gooiden vuurwerk op het veld met de kracht van kleine handgranaten.
De wedstrijd werd gestaakt en niet alleen bestuurders en officials gingen in beraad maar ook de Goden vonden dat ze in moesten grijpen. Ze verloochenden hun zonen en straften de supporters door hun AJAX te vernederen. Tot in lengte van dagen zal een schrijnende 5-1-nederlaag de historie van de Amsterdammers besmeuren en die schandvlek zullen de supporters nog tientallen jaren voelen als een mislukte tattoo op een gevoelige plek.
De Goden hadden gelijk.
SV HOUTWIJK WIL OOK OP ZONDAG
Deze kop stond onlangs in de regionale sportpagina van het AD. De oude RAVA-achterban had er moeite mee dat met het opheffen van de zondagafdeling ook de speciale zondagcultuur van de club verloren dreigde te gaan. Er waren nog genoeg leden die dat wilden voorkomen. Er ontstond een beweging die zowel dat streven als de organisatie van de SV Houtwijk richting moesten geven. Een eerste stap is nu gezet met de oprichting van een nieuwe zondagselectie.
Waarom past deze mededeling in mijn column?
Naast alle bewegingen bij clubs die hun toevlucht zoeken tot het zaterdagvoetbal, is dit een tegengestelde actie. Onder druk van de zogenaamde “zware”argumenten van jeugdige voetballers die de hedendaagse selecties bevolken, worden besluiten genomen die op korte termijn ogenschijnlijk problemen oplossen, maar op de achtergrond blijven sluimeren. De groepen die nu de besluitvorming in de verenigingen sturen zijn niet meer de clubgebonden jongens van weleer. Selecties zijn tegenwoordig soms vluchtiger dan benzine en hun meningen verdampen mee.
Meerdere malen hoor ik de verzuchting van oudere leden van verenigingen dat ze hun traditionele verpozing op de zondagen missen. Misschien is het een voorbarige veronderstelling dat de drang naar de zaterdag geleidelijk af zal nemen en er een terugkeer op gang komt waarbij andere selecties dan de jeugd best een plek op de zondag willen invullen.
SV Houtwijk zou een voorbeeld kunnen zijn.
Dries Weber
© Haaglanden Voetbal