Hij speelde negen seizoenen op redelijk hoog amateurniveau bij Scheveningen en traint F-jeugd bij SVC’08. Geeft Wiskundeles op de Dalton Mavo/Havo in Naaldwijk. Was hoofdtrainer van zaterdagderdeklasser Haagse Hout, maar koos dit seizoen voor het assistent trainerschap bij SEV. Voldoende redenen om eens te praten met Denis Luhulima (48). Waarom was en is hij geen trainer op een hoger niveau?
Tekst: Pieter Donath
Foto’s: (o.a.) Rik Driessen
Denis Luhulima heeft Molukse “roots”. Als kleinkind van een voormalig KNIL (Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger) militair werd hij geboren in Moordrecht en verhuisde later naar Gouda. Nu woont hij met zijn gezin in Scheveningen. In 2012 is hij zijn ouders, vrouw, zonen Jesse (gestopt met voetballen) en Cyrill (SVC’08 F1), dochter Norah (korfbalster bij KVS) op zoek gegaan naar het huis op de Molukken waar zijn ouders ooit woonden.
,,Cyrill (7) voelde zich daar direct thuis. Kinderen voetbalden op blote voeten. Hij deed spontaan zijn schoenen uit en ging mee voetballen. Toch raar dat het Molukse gevoel blijkbaar van generatie naar generatie wordt doorgegeven”. Denis traint de F1 van SVC’08 en geniet mede omdat zijn zoon talentvol is. Vorig seizoen vroeg Sparta Rotterdam of hij daar wilde komen spelen. ,,Hij is een echte linkspoot, maar ik vind het nog wat te vroeg om naar een BVO te gaan. Zeker nu ik hem zelf nog kan trainen en begeleiden”.
Samenwerking
Het trainen van zijn zoon doet hij naast het assistent trainerschap bij SEV. Daar traint en coacht hij het tweede elftal dat goed presteert in de reserve tweede klasse. ,,Ik heb het goed naar mijn zin. De trainingsfaciliteiten zijn prima en ik heb een goede samenwerking met hoofdtrainer Frank Dobbe. Ook met de spelers klikt het. Ik heb daarom nog een jaar bijgetekend. In het begin van het seizoen ging het wat minder omdat de spelers aan mij moesten wennen. Ik ben een trainer die benadrukt wat spelers goed kunnen en goed doen. Wellicht dat dit te maken heeft met mijn pedagogische achtergrond. Tijdens de trainingen is het “mijn feestje” waar ik de spelers goed duidelijk maak wat ik van ze verlang en tijdens de wedstrijden moeten de spelers het uitvoeren. Belangrijk vind ik dat ze als team functioneren en zonder angst keuzes durven te maken. Voor de wedstrijd en in de rust wijs ik ze op de belangrijkste punten (die we trainen), zodat ze vanuit hun persoonlijke kwaliteiten een goede wedstrijd kunnen spelen, maar tijdens de wedstrijd zal je mij niet gauw horen roepen of schreeuwen, dan is het “hun feestje”. Ik vond als speler een luid coachende trainer vervelend, dus doe ik het zelf als trainer ook niet”.
Frank Dobbe zegt hierover: ,,Denis is een rustige vent, die altijd zichzelf is en emoties goed controleert. Wel zou hij af en toe, als er echt iets misgaat tijdens een wedstrijd, zich iets meer moeten laten horen”. Denis: ,,Achteraf coachen als bijvoorbeeld de keeper een fout maakt door te roepen dat hij “de bal niet had hoeven laten gaan”, vind ik zinloos. Ik wacht de rust af of zeg het tijdens de training, want ik neem het “denkwerk” niet over van een speler.”
HALO
Zelf speelde Denis Luhulima op een redelijk hoog niveau bij Scheveningen (za). Hij kwam daar te spelen vanuit de jeugd bij VEP in Woerden. ,,Ik studeerde aan de HALO (Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding) en deed dit samen met John Blok. Hij vroeg mij bij Scheveningen (in 1984 in de derde klasse) te komen spelen. Trainer was Jan van Leeuwen en later de helaas vroegtijdig overleden Ruud van der Linden. Hij gaf mij zelfvertrouwen en ik speelde als (snelle) laatste man achter, naast en zeer regelmatig voor onze voorstopper Ron Cramer.” Een tegenvaller was, dat Denis Luhulima zijn enkel brak aan het eind van het eerste seizoen, maar hij had wel een aandeel in de promotie aan het eind van het tweede seizoen. Ook in het derde jaar werd Scheveningen kampioen en promoveerde met Denis Luhulima en trainer Ruud van der Linden naar de eerste klasse, toen de hoogste klasse in het zaterdagvoetbal.
Leen de Graaf werd vervolgens zijn trainer. Na negen jaar vertrok hij naar JAC. ,,Drie keer trainen bij Scheveningen werd mij teveel, want behalve docent op de Dalton school gaf ik enkele avonden in de week fitnessles. JAC speelde in de derde klasse met Jan Linkerhof als trainer. De kantine op het toenmalige complex aan de Buurtweg in Wassenaar was erg gezellig. Maar ook nog belangrijker was, dat wij enkele zeer goede spelers hadden zoals de gebroeders Mark en Bert van der Berg, Leen en Jaco Rog en Marcel Oosterbaan. In mijn eerste seizoen, waarin ik aanvoerder was, werden wij kampioen.”
Klik
Later promoveerde Denis Luhulima met JAC en trainer Wim de Jong naar de eerste klasse zaterdag. Toen, na de ingestelde hoofdklasse, het op één na hoogste niveau. ,,Ik was toen al 35 jaar en heb in een lager team van JAC nog gespeeld tot mijn 39e.” Later vroeg hoofdtrainer Marten Glotzbach of Denis het tweede elftal wilde gaan trainen. Na de fusie in 2008 met SV’35 werd hij assistent van hoofdtrainer Piet van Duin van de “nieuwe” club SVC’08. Na drie jaar wilde hij bij een andere club aan de slag. ,,Met Frank Dobbe van SEV had ik een goede klik en werd trainer van SEV A1. Maar toen Haagse Hout (toen 4e klasse zaterdag) een trainer zocht, ben ik daar vrijblijvend gaan praten. Het bestuur wilde mij als trainer voor het seizoen 2011-2012 en er kwamen veel spelers over van de zondagafdeling. Er kwamen twee selectie teams voor 34 spelers. Het jaar ervoor waren er slechts 15 selectiespelers. In het eerste seizoen promoveerden wij direct via de nacompetitie.”
Na drie seizoenen Haagse Hout vroeg Frank Dobbe of Denis zijn assistent bij SEV wilde worden. ,,Het bevalt goed. SEV is een goede vereniging. De samenwerking met Frank is goed en ben blij ook volgend seizoen trainer bij SEV te zijn.” Al pratende met Denis Luhulima en mensen die hem kennen als trainer “popt” de vraag op, waarom hij niet als hoofdtrainer actief is? Frank Dobbe: ,,Denis zou tijd en energie moeten steken in het behalen van het diploma TC 1, dan heeft hij meer kans op het hoofdtrainerschap bij een club.” Denis Luhulima: ,,Het is mijn ambitie om weer hoofdtrainer te worden of assistent bij een hoofdklasser. Wel moet het gevoel goed zijn. Netwerken zit niet echt in mij, maar ik zie dit niet als een tekortkoming. Bovendien wil ik een dag in de week, nu de zondag, vrijhouden voor mijn gezin.”
© Haaglanden Voetbal