Blikkie Terug Haaglanden Voetbal deel 1: Van CWP tot VUC

|||||

In augustus 2021 is het 20 jaar geleden dat mijn vader overleed. Wat niet wegneemt dat ik hem nog elke dag spreek. Mijn vader was van 1927 en kon aardig voetballen. Hij begon daarmee zoals iedere Hagenaar op straat, in het Regentessekwartier. De familie Willemsen woonde in de Copernicusstraat, die we zelfs vandaag de dag nog klemtoontechnisch foutief uitspreken als Copernicusstraat. Dat is trouwens typisch Haags, want wij zeggen ook geen Beeklaan maar Beeklaan, geen Leyweg maar Leyweg, geen Sweelinckplein maar Sweelinckplein, geen Troelstrakade maar Troelstrakade en ga nog maar even door zo.

 

Mijn vaders eerste voetbalclub was CWP, dat Centrale Werkplaats PTT betekende en later Clubgenoten Weest Paraat. Zijn vader was namelijk postbode en dan doe je je zoons Herman en Chris vanzelfsprekend op de bedrijfsvoetbalclub. Mijn opa vatte zijn beroep tamelijk persoonlijk op. Wanneer hij brieven moest bezorgen bij alleen thuis zijnde aantrekkelijke dames bleef hij daar meestal enkele uren hangen. Hoewel hangen wellicht niet het juiste woord is. Naar verluidt kwam opa soms na een paar dagen pas weer thuis. Hoe mijn oma dat opvatte, heeft mijn vader me nooit verteld. Wel weet ik dat er in Huize Willemsen elke maand een nieuw servies moest worden gekocht.

 

Foto: Chris Willemsen senior begin jaren ‘40, eerste staande speler van links, als junior in het eerste elftal van CWP, althans, zo staat het achterop de foto die zijn zoon na zijn vaders dood in 2001 in een schoenendoos vond.

 

Mijn vader ontvluchtte op z’n 16de het huis, werd militair en marinier, en in naam van Oranje tweemaal uitgezonden om in de Gordel van Smaragd de vrede te bewaren. Over die periode in z’n leven wilde hij later niet veel kwijt, hij heeft het tot aan z’n dood als traumatisch ervaren.

 

Verslagje van een wedstrijd in Nederlands Indië tussen het Regiment Infanterie en Regiment Stoottroepen (waartoe mijn vader behoorde) die door de Stoters winnend werd afgesloten door een hattrick van een zeer doeltreffende Hagenaar.

 

Als voetballer ontwikkelde mijn vader zich vooral in de Indische Archipel snel. Ze speelden daar op uit hard zand bestaande velden en in temperaturen rond de 40 graden. In compagniekrantjes die ik van hem erfde staan verslagen van wedstrijden, onderling maar ook tegen Chinezen en Ghurka’s, die op blote voeten speelden. Het ging er zo grensoverschrijdend stevig aan toe – en in geen velden of wegen natuurlijk een VAR te bekennen – dat mijn technisch bekwame vader daar ook een bikkelharde voetballer werd. Een eigenschap die later bij zijn voetballende zoon ver te zoeken was, maar je kunt niet alles hebben.

 

Foto: Chris Willemsen senior (20 jaar) tijdens gevechten in Nederlands Indië in het been getroffen door een granaat en dus in het militair hospitaal van Semarang en eventjes niet voetballen. Zijn moeder kijkt waakzaam toe vanaf het nachtkastje.

 

Terug in Nederland ontmoette hij in het Zuiderpark een meisje uit Bennekom. Hij treinde haar achterna, vond woonruimte in de buurt van Arnhem en ging voetballen bij eerst Ede en daarna Wageningen. De wedstrijd Wageningen-VUC in 1951 was cruciaal in zijn voetballoopbaan. Hij was zowel technisch als fysiek ijzersterk en lag aan de basis van de Wageningse zege. Na afloop benaderde VUC hem met het verzoek om, zodra hij weer terug was in Den Haag, bij de Pinguïns te komen voetballen. Dat deed hij en ook op de Schenkkade viel hij op door zijn aan een enorme werklust gekoppelde balgevoel en het vermogen als middenvelder regelmatig een doelpuntje mee te pikken. (Wordt vervolgd)

 

Foto: Chris Willemsen in VUC 1, begin jaren ’50, staand 5de van links, met onder anderen Wim Onink, Jan Huntink en de latere SVPTT-kantinebaas Wil Alberts.


Chris Willemsen is schrijver van onder meer het standaardwerk Blikkie Terug, Haagse voetbalcultuur van toen, zie de Webshop van Uitgeverij NSC (www.nscboeken.nl).

 

© Haaglanden Voetbal

Lees verder