Blikkie Terug Haaglanden Voetbal deel 23 Van Rob de Nijs tot Piet Molier

||||||||||||

En opeens was het najaar. Heel ongemerkt. Regen, regen en nog eens regen. Rob de Nijs kwam samen met The Lords via de zwart-wit televisie op z’n gelakte puntschoentjes onze huiskamer binnen dribbelen. Zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam, zong hij een beetje zielig. Wat nou, zachtjes! Het kletterde zo hard dat je elkaar niet meer verstond. Je ging naar het raam en keek naar buiten. Plassen tot aan de overkant. Gierende geluiden van een stevige storm. Een enkele onverlaat op straat was aan het vechten met z’n paraplu. En die Rob maar doorzingen. De regen valt bij stromen, ‘t is een trieste dag.

Regen, wie verzint zoiets. En dan ook nog op de avond voor de dag dat je moet voetballen. Wat had je de pest in! De hele week lekker getraind en dan ging het verdomme niet door. Waarschijnlijk dan, je wist het nog niet helemaal zeker. Buienradar bestond nog niet, we hadden minimale mededelingen op radio en tv, die niet verder gingen dan de kracht van de wind en de gerede kans op neerslag. Hier en daar een bui, wat een schitterende en veilige tekst was dat. En dan was er die meneer van wie je alleen een stukje van de rechterarm zag. Aan het eind van het NTS Journaal lippenstiftte hij op een landkaart wat voor weer het zou worden. Met een H of een L wanneer hij ons duidelijk wilde maken dat er een Hoge- of een Lagedrukgebied aankwam. Alsof iemand begreep wat hij bedoelde.

Wilde je meer weten, dan kon je 003 bellen. Draaide je 002, dan hoorde je hoe laat het was. Bij de volgende toon is het 18 uur, 37 minuten en 20 seconden. Piep. Maar 003 vertelde je dus wat voor weer het was en zou worden. Een blikken mevrouw deed dat. Ze legde in eenvoudig Hollands uit dat je de rest van de dag beter binnen kon blijven. Morgen waarschijnlijk ook. En dus ging je wedstrijd in negen van de tien gevallen niet door. Afgelast, meldde de radio diezelfde avond nog. Vaak gold dat voor heel Nederland. Dat besliste de KNVB ook weleens als sommige velden nog wél goed bespeelbaar waren. Het doorschuiven van een compleet programma kwam Zeist administratief namelijk beter uit.

De officiële lijst met consuls in de regio Den Haag, seizoen 1982/’83. Kijk ook naar de namen van de clubs. En tel eens hoeveel er nog bestaan…

Hoe ging dat nou precies met die afgelastingen? In het jaarlijkse Adresboek van de KNVB Afdeling ’s-Gravenhage werd een aantal pagina’s gereserveerd voor de consuls. Daarop – zoals deze uit het Adresboek van seizoen 1982/’83 – stonden de namen van mannen die hun eigen clubs hadden waar ze de bespeelbaarheid van de velden moesten beoordelen. Een briljant opgezet netwerk dat perfect functioneerde. En dat allemaal zonder Internet, mobieltjes, sms’jes of apps. Plus natuurlijk in dat Adresboek de lijst met ‘Publicatie-adressen voor terreinafkeuringen’. Daar kon je op de ochtend van je wedstrijd kijken of je mocht voetballen of dat je de hele dag met een chagrijnige smoel je omgeving een onplezierige dag bezorgde. Lange papieren lijsten hingen er voor de ramen. Stond er door jouw wedstrijd een gaatje of een streep, dan vloekte je binnensmonds. Wat zeg ik, dan vloekte je de hele buurt bij elkaar. Kloteregen. Er waren ontzettend veel adressen, wat ik hier publiceer is maar een deel, want ook Leidschendam, Loosduinen, Rijswijk, Scheveningen, Voorburg en al die andere plaatsen en stadsdelen in de regio hadden hun adresjes.

Daar ging je kijken of je mocht voetballen, veelal tabakszaken. Wat was je boos en verdrietig als er een gaatje of een streep door je wedstrijd stond…

En de consuls? Die begrepen ook wel dat iedere voetballer koste wat het kost wilde voetballen. Daar hielden ze zoveel mogelijk rekening mee als ze ’s morgens in alle vroegte kwamen keuren. Als het twijfelachtig was, hielden ze hun oordeel aan tot 12.00 uur en gingen dan herkeuren. Vaak zeiden ze tegen de clubbestuurders of trainers dat die als de sodemieter moesten prikken, met hooivorken en schoppen of wat er nog meer voorhanden was om het water te laten zakken of helemaal verdwijnen. Kruiwagens met zand konden ook nog weleens de bespeelbaarheid van de terreinen positief beïnvloeden. Velden die van doel tot doel een zwembad waren en waarop zich al vrolijk wat eendjes, ganzen en aalscholvers hadden genesteld, nee, daarop was voetballen onmogelijk. Maar als het een beetje kon, zorgden de consuls ervoor dat er kon worden gevoetbald. Met terugwerkende kracht dank daarvoor, mijne heren.

Piet Molier, dé Haagse autoriteit op consulair gebied, bij een veld dat die dag waarschijnlijk werd verhuurd aan een waterpoloclub. Op de andere foto de melding van afgelasting van het VIOS-terrein. Niet vanwege de regen maar de vorst, want ook die kon je voetbaldag behoorlijk verpesten.

Met speciale dank voor het Haags opperhoofd P.L.L. Molier, Piet voor intimi. Een fantastische kerel met voetbalgevoel en organisatietalent, die ook leider van de Cursus Oefenmeester II en III was. En een belangrijke rol speelde bij het fameuze Haagse cafévoetbal in de jaren ’70 en ’80, waarover later meer. Zo. En nu even een playlist maken op Spotify. Eens kijken, Everly Brothers met Crying In The Rain, dat is een aardige. Supertramp met It’s Raining Again, ook niet verkeerd. Creedence Clearwater Revival met Who’ll Stop The Rain. Onze eigen Haagse toppers van Kane met Rain Down On Me, wat dacht je daarvan. En nog een paar duizend nummers over regen. Want wat kon het majemen en wat heeft die nattigheid ons in het pre-kunstgrastijdperk vaak ongelukkig gemaakt. (Wordt vervolgd)

Chris Willemsen is schrijver van onder meer het standaardwerk Blikkie Terug, Haagse voetbalcultuur van toen, zie de Webshop van Uitgeverij NSC (www.nscboeken.nl).

© Haaglanden Voetbal

Lees verder