Zaterdag speelde ODB op eigen veld tegen Vredenurch. Na afloop – zo is op een rondgaand filmpje te zien – ging het helemaal mis. Clubwatcher Hannes de Pauw was daarvan zo van slag, dat hij zich diep schaamt voor hetgeen heeft plaatsgevonden en geen echt verslag kon schrijven. Hannes de Pauw meldt, op eigen titel:
“De zaterdag is voor mij normaal gesproken een hoogtepunt van de week, vooral op voetbalgebied. Als clubwatcher van ODB kijk ik uit naar elke wedstrijd van ons eerste team, waar ik met plezier verslag van doe. Mijn betrokkenheid bij ODB begon toen ik na mijn actieve voetballoopbaan bij BTC, mijn kinderen zag aansluiten bij deze club. Door de jaren heen heb ik bij ODB alle vrijwilligerstaken wel op me genomen en ik voel me inmiddels ontzettend thuis, ondanks soms hardnekkige vooroordelen die er bestaan over onze club in de Haagse voetbalwereld. ODB straalt voor mij iets bijzonders uit: “Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.”
Dit seizoen schrijf ik met passie en trots over ons eerste team, ook omdat mijn kinderen daarin spelen, maar bovenal vanwege mijn liefde voor het voetbal en het plezier dat ik heb in het schrijven daarover. Helaas kan ik dit keer geen verslag bieden zoals ik gewend ben. De reden hiervoor is simpel: het lukt me niet om in woorden te vangen wat er zaterdag gebeurde, zonder een mening te vormen of een schuldige aan te wijzen. Voetbal draait om emotie, om passie, maar wat er na de wedstrijd tussen ODB en Vredenburch plaatsvond, gaat voorbij aan wat hoort bij de amateurvoetbalvelden.
Wat ik zaterdag zag en hoorde heeft me als vrijwilliger diep geraakt. Soms vraag ik me op zulke momenten af waarom ik dit doe, waarom ik me elk weekend met zoveel liefde en toewijding inzet voor de club. Dit is geen officieel statement vanuit ODB, maar puur een onderbuikgevoel van iemand die zijn hart aan deze club heeft verpand. Voetbal is voor iedereen, en excessen als deze horen niet thuis op het veld of daarbuiten. Voor de kinderen die erbij waren en deze momenten hebben meegemaakt, bied ik mijn oprechte excuses aan. Geen enkel kind zou zoiets hoeven zien.
Hopelijk kan ik volgende week weer doen wat ik het liefste doe: een verslag schrijven over het spel dat we allemaal liefhebben, en de mooie momenten vastleggen die het voetbal ons brengt.”