Deze week in de rubriek ‘De Voorbereiding’ het woord aan Remco de Graaf, de huidige trainer van de zaterdagselectie van het Haagse Quick.
Tekst: Peter Petit
De Graaf heeft zelf gevoetbald bij DWO in Zoetermeer, vervolgens twee jaar TONEGIDO, was drie jaar prof bij ADO Den Haag, drie seizoenen Rijnsburgse Boys, vijf seizoenen ’s-Gravenzandse SV, twee seizoenen DUNO en een voorbereiding bij sv Houtwijk, waar hij in de eerste competitiewedstrijd voor de zoveelste keer door zijn knie klapte en daarna nooit meer heeft gevoetbald.
Zijn trainersloopbaan: begonnen als assistent bij ADO Den Haag jeugdopleiding O11 en O12, Westlandia JO 19-1 als assistent en daarna als hoofdtrainer; Quick JO 16-1, Quick JO 17-1 en Quick JO 19-1. Nu bezig aan zijn tweede seizoen als hoofdtrainer van de zaterdag 1 bij Quick. De Graaf is 48 jaar en geboren in Scheveningen.
Dinsdag
“Wij trainen dinsdag en donderdag. Ik heb twee heel goede assistenten met Dex van der Veer en Erwin Metman. Dex helpt mij op dinsdag en Erwin op donderdag. Elke dinsdag doen wij VCT ( VoetbalConditieTraining). Dit varieert met de manier waarop wij het doen, maar in principe is er bij ons een standaardregel en dat is in elke training een positiespel en een partijvorm. Ik richt het dan op een bepaalde manier in, waardoor de spelers genoeg meters maken en conditioneel een behoorlijke prikkel krijgen. De basis bij ons op de trainingen is alles met bal. De variatie zit vooral in de grootte van het vak waar wij positiespel in spelen en de aantallen die in het midden spelen en de kaatsers aan de zijkanten, plus het aantal keren maximaal raken. Om de week gaan wij voorafgaand aan de training op de dinsdag eerst kijken naar beelden van de thuiswedstrijd die zaterdag ervoor. Dan hebben we het vooral over hoofdmomenten en pikken we daar wat momenten uit, zowel de goede als de slechte. Dus dat kan bij voorbeeld zijn wat te doen bij balbezit tegenstander, of waar op het veld zetten wij druk of omschakelen aanvallen naar verdedigen.”
Donderdag
“De training op de donderdag is vooral bezig zijn met ons spel in balbezit, omdat daar onze kracht ligt. Dus, zoals hierboven al beschreven, sowieso een positiespel, maar ook een pass- en trapvorm, of een oefening in afwerken. We eindigen altijd met een partijtje. Ik train in principe bijna altijd niet 11vs11, maar doe wel tactisch trainen in verkleinde vormen 8vs8. Ook dan kun je prima zaken trainen en afspraken maken met elkaar. We spelen altijd in dezelfde formatie, dus iedereen weet hoe hij dat in moet vullen in balbezit en balverlies. We verleggen hooguit wat accenten als we kijken naar de sterkte van de tegenstander en waar hun kracht ligt.”
Rondo
“Een extra voordeel in de voorbereidingen naar de wedstrijden toe is dat Dex en Erwin heel betrokken zijn en dat zij individueel ook spelers aanwijzingen geven en zo spelers extra voorbereiden. Wij hebben het wat dat betreft met z’n drieën nu echt goed voor elkaar. Tot slot wel goed te benoemen dat elke training start met een rondo, in wat voor variatie dan ook. De rondo is wat mij betreft de ultieme start van een training, omdat daar alles in zit als je het goed en scherp uitvoert. Snel handelen, samen in het midden verdedigen, inspelen op het juist been, et cetera.”.
Zaterdag
“Op zaterdag verzamelen wij altijd een uur en een kwartier van tevoren, uit of thuis doen we de bespreking in de kleedkamer.”