Peter Klomp is ook in deze regio als trainer geen onbekende. Hij werkte bij onder meer DSVP, Vitesse Delft en RKAVV. Sinds dit seizoen is hij de hoofdtrainer van sc Feyenoord, in de Vierde Divisie tegenstander van Westlandia, HBS, RKAVV en Forum Sport.
Tekst: Jan Schoonen
Sinds het begin van dit seizoen is hij trainer van SC Feyenoord, dat uitkomt in de Vierde Divisie. Met drie nederlagen in de eerste drie competitiewedstrijden begon het seizoen niet echt voortvarend, maar inmiddels is de club aardig opgekrabbeld. Peter Klomp en zijn staf en spelers zien zich terug op de zevende plaats op de ranglijst. Het doelsaldo is wel bizar: in 12 wedstrijden is er 29 keer gescoord en hebben ze 25 doelpunten tegen gekregen. We hebben Peter gebeld en gevraagd of hij uit wil leggen hoe zijn voorbereiding is verlopen, of hij een verklaring heeft voor de matige start van zijn ploeg en wat hij daarvan vindt en ook hoe het komt dat zijn elftal nu weer in de lift zit. Daar wilde hij graag aan meewerken en op een donderdagavond, voor de training, trok hij daar een uurtje voor uit.
Toen SC Feyenoord en jij akkoord waren dat jij de nieuwe trainer zou worden, wat is er toen verteld hoe de club ervoor staat en waar ze naar toe willen?
”Ik heb gesproken met de technische commissie en later met het bestuur. Mij is verteld dat ze bezig waren met verjonging, dat ze afscheid wilden nemen van een paar ervaren spelers die al op leeftijd waren. Er zou een jonge groep staan, aangevuld met een paar oudere, meer ervaren spelers. Ik wist dit al van te voren. Dat was dus geen verrassing. Het leek mij een mooie uitdaging met zo’n spelersgroep aan de slag te gaan, want ik werk als trainer graag met jonge voetballers. Het overgrote deel van de selectie betrof het jonge spelers en dat zijn allemaal goede voetballers. Maar nog geen goed team. Aan mij dus om daar werk van te maken. Mij is overigens niet opgedragen om voor promotie naar de Derde Divisie te zorgen. Uiteindelijk willen ze daar wel naar toe, maar bij SC Feyenoord zijn ze reëel genoeg om daar de tijd voor te nemen.”
En dan ga je aan slag. Hoe verliep je voorbereiding?
“Met het programma dat opgesteld was, daar was ik niet zo blij mee. We zouden oefenwedstrijden spelen tegen Poortugaal uit onze Vierde Divisie en voor de rest alleen maar tegen ploegen uit de Tweede en Derde Divisie. En niet de minsten. Toch voetbalden wij aardig in die wedstrijden, ons spel was helemaal niet verkeerd en we deden echt goed mee. Dat gaf ons vertrouwen, we zagen dat we op de goede weg waren met wat we de spelers aanleerden. Alleen de laatste twee verloren we dik, maar toch zag ik de start van de competitie met een goed gevoel tegemoet.”
Dat liep dus totaal anders. Tegen RVVH, Forum Sport en XerxesDZB werd verloren.
“Die competitiestart was prestatief gezien inderdaad niet zo lekker. En toch deden wij het niet zo verkeerd. Het voetbal dat wij op de mat legden, kon me goed bekoren. Ik zag echt wel leuke dingen. Maar we gingen ten onder aan persoonlijke fouten. Bijvoorbeeld een speler die bij een corner bij de tweede paal staat, maar daar weg stapt vlak voordat de bal daar komt. Dat kost je een doelpunt tegen. Van die dingen.”
Zijn je spelers dan niet goed genoeg of heeft dat een andere oorzaak?
“Met de staf hebben we die drie wedstrijden geanalyseerd. Alle spelers waar ik de beschikking over heb, kunnen goed voetballen. Daar is niks mis mee. Maar die jonge voetballers missen nog ervaring, doen dingen die ze over een tijd niet meer doen. Want ze worden door mij en de andere mensen van de staf geconfronteerd met wat er mis ging. Daar tonen we beelden bij. Dat wordt doorgesproken. Allemaal met de bedoeling dat ze straks die fouten niet meer maken. Natuurlijk laten we ook beelden zien van dingen die wel goed gingen. Want als trainer moet je niet alleen maar de nadruk leggen op wat er misging. De nederlagen in die eerste drie wedstrijden wijd ik vooral aan onervarenheid. Die fouten horen erbij, zeker als je een jonge groep hebt. Het is wat anders als ze die fouten blijven maken. En het zat niet mee. Tegen Forum Sport speelden we een prima wedstrijd, maar we verloren wel met 3-1. Een week later tegen XerxesDZB begonnen we ook goed, kwamen wederom met 1-0 voor, maar verloren uiteindelijk met 4-1.”
Werd het in de club onrustig na die drie nederlagen?
“Daar heb ik helemaal niks van gemerkt. Niet vanuit de TC en ook niet vanuit het bestuur. Ik kon gewoon mijn ding blijven doen. Dat is wel lekker werken, moet ik zeggen. Bij SC Feyenoord is het toch heel goed werken. Alles hier ademt voetbal. Elke dag wordt hier overal gevoetbald en getraind. Ik heb een uitgebreide staf, ook met de medische staf en de performance-afdeling is het heel goed werken. En dan heb ik het nog niet over de faciliteiten! Die zijn perfect hier. Ik loop als trainer al wat jaartjes mee, maar zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Als het bijvoorbeeld zou gaan sneeuwen, dan hebben ze hier sneeuwschuivertjes die de kunstgrasvelden sneeuwvrij maken, zodat er toch getraind kan worden. Geweldig toch?”
Ben je na die drie nederlaag op rij dingen anders gaan doen? Gaat dan het roer om?
“Niet het roer om, maar we zijn een paar dingen wel anders gaan doen. We hebben in het basiselftal een paar jonge spelers vervangen door voetballers die al wat langer mee lopen, die dus meer ervaring hebben. En we zijn iets anders gaan spelen. Niet alleen maar hoog druk zetten, maar soms ook meer teruggetrokken. Ik moet zeggen dat het sindsdien aanmerkelijk beter ging. Het begon te lopen. We verloren daarna nog van RKAVV, mijn oude club. Dat was niet zo leuk, haha, ook omdat we met een goede serie bezig waren. In die wedstrijd stonden we met 1-0 voor. We schoten van grote afstand een bal in de kruising en dat zou de 2-0 zijn, maar de neutrale grensrechter vlagde voor buitenspel. Die goal ging dus niet door. Beelden achteraf leerden ons dat er van buitenspel geen sprake was, maar ook dit is voetbal.”
Dan wil ik het ook nog over je doelsaldo hebben. In jullie divisie hebben jullie veruit het vaakst gescoord, maar op Halsteren na, ook de meeste doelpunten tegen gekregen. Voor een neutrale toeschouwer moet bij wedstrijden van SC Feyenoord altijd wat te beleven zijn.
“Dat is het ook. Wij zijn geen ploeg die met 1-0 wint. Het is wat het is. We scoren heel vaak, met gemak hadden we tien doelpunten meer kunnen maken. Voorin zijn we echt heel goed. Je moet eens weten hoeveel schoten op de lat of de paal geëindigd zijn. Daar maak ik me dus geen zorgen over. Op de bank kan ik wat dat betreft zeker genieten en voor het publiek is vaak spectaculair. Achterin zijn we tegenwoordig iets degelijker, maar we krijgen nog altijd te veel doelpunten tegen door persoonlijke fouten, die nog altijd te wijten zijn aan een gebrek aan ervaring. Spelers maken niet steeds dezelfde fouten, de tweede paal wordt echt gedekt nu, maar dan krijg je plots weer een goal tegen door een te korte terugspeelbal. Gelukkig zijn we vaak in staat onze fouten achterin te compenseren met doelpunten die we zelf maken.”
We zijn nu twaalf competitiewedstrijden ver. Welk gevoel overheerst er bij je?
“Dat we op de goede weg zijn. Over het voetbal dat we spelen ben ik tevreden. In de Vierde Divisie is het spel fysiek, je moet conditioneel in orde zijn en de snelheid van handelen moet hoog zijn. In die facetten doen we het goed. Over het aantal tegendoelpunten ben ik minder tevreden. Ik zie dat we al veel geleerd hebben van fouten die gemaakt zijn. En natuurlijk horen die fouten erbij als je met een jonge spelersgroep werkt. Maar ik zie echt de wil van alle spelers om zich verder te ontwikkelen. Dat ze er werk van maken die fouten niet meer te maken. Langs de kant zie ik goede dingen en ook minder goede dingen gebeuren.”
Wat doe jij als je minder goede dingen ziet gebeuren? Langs de zijlijn kennen we je nou niet bepaald als een druktemaker.
“Een druktemaker ben ik inderdaad niet en zal ik ook nooit worden. Maar ik geef mijn spelers langs de kant wel dingen door. Dan roep ik SAM. Dat is op trainingen en in wedstrijden echt een woordje dat er toedoet. SAM betekent Stoppen Als ’t Moet. Daarmee bedoel ik dat spelers de situatie moeten stoppen. Door een bal te veroveren, of door een tegenstander te stoppen. Desnoods neer te leggen. Ik ben sowieso liefhebber van afkortingen. Maar van SAM weet elke selectiespeler bij SC Feyenoord wat ik daarmee bedoel.”
Dus als het goed is, moet jij dat in de nabije toekomst steeds minder vaak gaan roepen.
“Daar werken we aan met zijn allen, ja. De laatste wedstrijden zitten we goed in de lift. Ik denk dat we vaak zelf blijven scoren. Dat zit wel snor. Voor het publiek is dat ook leuk om te zien. Maar het zou lekker zijn als we eens een wedstrijd de nul kunnen houden.”