VUC en HVV speelden 110 jaar geleden al voor het eerst tegen elkaar. Zaterdag staat deze oeroude derby aan Het Kleine Loo weer op het programma. Het verschil tussen beide ploegen in de eerste klasse is liefst zeventien punten, maar dat telt volgens VUC-trainer Rob de Lange (foto) even niet. “Je ziet in derby’s de meest rare uitslagen.”
De koploper tegen de hekkensluiter, HVV, dat moet kunnen voor VUC.
Rob de Lange: “Die stand zegt me even niets. VUC-HVV is een derby en daar komen altijd andere dingen bij kijken. Neem ARC-Alphense Boys in onze competitie. Gezien de stand is ARC de veel sterkere van de twee, maar ze hebben dus twee keer verloren van Alphense Boys. Je ziet in derby’s vaak de meest rare uitslagen. Nee, het wordt tegen HVV gewoon een heel zware wedstrijd voor ons. Van onderschatting is uiteraard geen sprake.”
Heb je in je carrière meer mooie derby’s meegemaakt?
“Tonegido-Kranenburg was heel aardig, maar verder valt het tegen. Zowel bij DHC als VVSB speelden er destijds geen andere clubs uit de omgeving op hetzelfde niveau. Ik kijk uit naar VUC-HVV, Bezuidenhout tegen Benoordenhout. Twee klassieke verenigingen met een rijke historie. Daar houd ik van.”
En buiten Den Haag, aan welke derby’s denk je dan?
“In het amateurvoetbal natuurlijk aan Katwijk-Quick Boys en IJsselmeervogels-Spakenburg. Internationaal heb je veel mooie derby’s, Boca Juniors-River Plate in Argentinië om er een te noemen.”
Toevallig is het uittenue van VUC hetzelfde als dat van Boca Juniors, blauw met een gele balk.
“Ja, dat is een mooi, fris shirt. Toch vind ik dat VUC zoveel mogelijk in het eigen klassieke tenue moet spelen, ook in uitwedstrijden wanneer de kleuren van de tegenstander dat toelaten. Want wij zijn VUC, zwart-wit.”
Terug naar VUC-HVV. Het is opvallend dat HVV als nummer laatst op de ranglijst minder tegendoelpunten heeft dan koploper VUC, 17 om 19.
“Al de ploegen die ik heb getraind, kregen aardig wat goals tegen. Misschien ben ik wel een slechte trainer, haha. Het heeft natuurlijk met de speelwijze te maken. Ik wil altijd aanvallend spelen. Dat heb ik overgenomen van Guus Haak. Hij heeft me als speler opgeleid en zijn spelopvatting paste bij mij. Ook bij VUC pakt dat uitstekend uit. We hebben 19 doelpunten tegen, maar ook 39 voor, dat is heel veel. Ik kan van mijn eigen ploeg genieten. We stralen plezier uit en krijgen veel complimenten van mensen om ons heen. Gelukkig komt er beetje bij beetje meer publiek kijken.”
Het zegt veel over de aanvallende instelling van de ploeg dat jouw centrale verdedigers, Vincent Romeijn en Gino van de Water, eigenlijk middenvelders zijn.
“En de rechtsachter, Roy Speelman, was spits. Vincent Romeijn is een type speler dat ik vorig jaar miste. Ik had hem bij DHC meegemaakt.”
Romeijn was dit seizoen lange tijd de enige speler die niet al in de kampioensploeg van VUC in de tweede klasse zat. Na de winterstop is er nog een tweede ‘nieuweling’ bij gekomen, Djamairo Rigters.
“Djamairo speelde hier al in het eerste seizoen dat ik bij VUC trainde. Daarna is hij naar FC Rijnvogels gegaan, maar kwam na een jaar terug. Het heeft toen even geduurd voordat hij zich weer in de ploeg wist te spelen. Dat is sinds de winterstop het geval.”
“Het klinkt misschien als trainerstaal, maar ik bekijk het van week tot week. Als we compleet blijven, zou ik inderdaad niet weten waarom we niet weer kampioen zouden kunnen worden. Maar er kan de komende twee maanden nog zo veel gebeuren, denk aan blessures. Het is duidelijk dat het momenteel, samen met de hele staf, heel prettig werken is bij VUC. We doen er alles aan om nog beter te worden. Alle spelers die ik tot nu toe heb gesproken, hebben aangegeven na dit seizoen bij VUC te willen blijven. Het zijn liefhebbers en ze lopen hier met elkaar lekker te voetballen.
Ook wordt er aan gewerkt om VUC 2 qua niveau meer aansluiting met het eerste elftal te laten krijgen. Fijn is dat Michael Wessels, een topper in het amateurvoetbal die onder mij bij Tonegido heeft gespeeld, dat elftal gaat trainen.”