De voorbereiding van Rob Gieben: “Duidelijkheid en eerlijkheid richting spelers belangrijk”

Deze week laten wij in de rubriek De Voorbereiding Rob Gieben (foto) aan het woord. Gieben was tot eind 2024 hoofdtrainer bij tweedeklasser TAC’90 en gaat komend seizoen bij CVV Zwervers aan de slag als hoofd opleiding.

Tekst: Peter Petit

Wat is jouw strategie en voorbereiding van een team op een (belangrijke) wedstrijd?

“Ik ben op dit moment niet werkzaam als trainer/coach, maar ik zal beschrijven wat mijn ervaringen zijn. Elke wedstrijd is in feite belangrijk, dus de voorbereiding over een week genomen is over het algemeen hetzelfde. Afhankelijk van het niveau, train ik bij voorkeur drie keer per week, maandag, dinsdag en donderdag. Op maandag vóór de training is er dan structureel voldoende tijd om twintig minuten bepaalde wedstrijdbeelden (thuis- en uitwedstrijden) te bekijken, ervan uitgaande dat de club over een mobiel videosysteem beschikt en om dertig minuten grond/core-oefeningen te trainen. De dinsdag en donderdagtraining staan volledig in het teken van de komende speeldag, waarbij binnen de dinsdagtraining tevens de conditionele prikkel verwerkt is. Indien mogelijk, heeft het mijn voorkeur om op donderdag ná de training met de gehele groep een hapje te eten op de club.”

Krijgen spelers van jou ruimte om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen voorbereiding, zowel binnen als buiten het veld?

“Naast een paar vaste afspraken die te maken hebben met de teamvoorbereiding, krijgen spelers van mij alle ruimte om te doen waar ze zichzelf prettig bij voelen. Met betrekking tot bijvoorbeeld de uitvoering van de warming-up, vraag ik al reeds in de voorbereiding op het seizoen aan de spelersgroep hoe ze deze willen inkleden, dus waar ze zich prettig bij voelen. Daar praten we vervolgens over en vormt zich uiteindelijk een vaste wedstrijd warming-up.”

Waar haal je de informatie vandaan met betrekking tot de volgende tegenstander, hoe zij spelen, welk systeem, etc. Pas jij jouw training daarop aan?

“Bij voorkeur is er binnen de staf een persoon die de wedstrijdanalyse maakt van de eerstkomende tegenstander. Is die functie/persoon er niet, dan op basis van recente wedstrijdbeelden en daarnaast heb ik altijd wel contact met diverse trainers. Belangrijk om zo vroeg mogelijk in de week deze informatie te hebben, zodat het binnen de dinsdag- en donderdagtraining verwerkt kan worden.”

Op welke facetten trainen jullie dinsdag en op welke donderdag?

“Zoals hiervoor beschreven, afhankelijk van het niveau, train ik bij voorkeur drie keer per week, maandag, dinsdag en donderdag. Op maandag vóór de training is er voldoende tijd om de wedstrijdbeelden (thuis- en uitwedstrijden) te bekijken, uitgaande dat de club over een mobiel videosysteem beschikt en tevens om dertig minuten grond/core-oefeningen te trainen. Daarna volgt een lichte/hersteltraining. Spelers die weinig tot niet hebben gespeeld werken een apart programma af. De dinsdag en donderdagtraining staan volledig in het teken van de komende speeldag.”

Wanneer en hoe maak je de spelerslijst voor zaterdag?

“Deze zal donderdag na de training in grote lijnen duidelijk zijn. De communicatie richting de groep laat ik afhangen wat de groep prettig vindt, dat verschilt per groep/club. Maar veelal is mijn ervaring, de wedstrijdselectie met de staf op donderdagavond samenstellen en op vrijdag communiceren in de selectie-groepsapp. De opstelling bespreek ik dan op de wedstrijddag.”

Wat is jouw gebruikelijke voorbereiding op de wedstrijddag zelf?

“Op de speeldag is het verloop bij voorkeur altijd hetzelfde:
• Ik wil bij thuiswedstrijden anderhalf uur voor aanvang van de wedstrijd verzamelen op de club. Bij uitwedstrijden wil ik ook op de eigen club verzamelen en anderhalf uur voor aanvang van de wedstrijd op de uit-locatie zijn.

• Mijn wedstrijdbespreking start ik doorgaans dertig minuten voor aanvang van de warming-up, dus een uur voor aanvang van de wedstrijd. Daarna ga ik de kleedkamer uit, drink nog rustig een bakkie en loop naar het veld, waar de warming-up gaat beginnen. Ik bemoei me niet met de warming-up, maar heb wel individuele korte gesprekjes met diverse spelers. Vervolgens nog een gesprekje met de trainer/coach van de tegenstander en de scheidsrechter. Na de warming-up naar de kleedkamer, daar wens ik het team veel succes en plezier en dan moet het gaan gebeuren.”

Analyseer je de wedstrijd na afloop met de spelers door het bekijken van een video?

“Zoals hiervoor gezegd, afhankelijk van het niveau, train ik bij voorkeur drie keer per week, maandag, dinsdag en donderdag. Op maandag vóór de training is er dan voldoende tijd om de wedstrijdbeelden (thuis- en uitwedstrijden) te bekijken. Ik hecht aan deze werkwijze heel veel waarde. Werk ik bij een club die deze faciliteiten niet heeft, dan is er geen man overboord, maar ik vind het wel een gemiste kans.”

Maak(te) je tijdens jouw trainingen al gebruik van data-analyse en indien het geval, wat is het voordeel van data-analyse (statistieken)?

“De data die ik zelf vastleg is de conditionele informatie binnen het periodiseringsschema, de wedstrijdanalyses van onze eigen wedstrijden (dus van mijn team en tegenstander), alsmede de extern verkregen informatie van tegenstanders.”

In hoeverre speelt motivatie een rol in jouw aanpak? Hoe zorg jij ervoor dat binnen het team dat jij traint een positieve sfeer heerst?

“Sfeer is belangrijk binnen elke vorm waarbij mensen samen iets willen bereiken cq presteren, denk bijvoorbeeld aan een werk- en of sportomgeving. Persoonlijk denk ik dat de sfeer binnen een team en binnen een prestatieve sportcultuur voor een groot deel afhangt van het teamresultaat. Simpel gezegd winnen of verliezen, dus midden/boven of onderin meedraaien. Het kunnen motiveren van het individu/een speler is mijns inziens sterk afhankelijk van de ‘klik’ die de trainer/coach met de betreffende speler heeft én of de betreffende speler het vertrouwen van de trainer/coach geniet. Een speler die in de basis speelt en veelal het vertrouwen krijgt, juist in een periode waarin de speler niet of te weinig levert, hoeft minder gemotiveerd te worden. Belangrijk is dat de spelers die weinig tot niet spelen, gemotiveerd blijven en het geduld willen/kunnen opbrengen om hun kans te pakken als deze zich voordoet. We praten dan over ongeveer zes spelers per selectie, die wel behoren tot de selectie, maar weinig tot niet in het eerste team aan spelen toekomen. Binnen mijn selectiebeleid kan een speler maximaal twee wedstrijden op de bank bij het eerste zitten, maar moet dan weer negentig minuten in het tweede team of in een oefenwedstrijd spelen, zodat spelers ritme kunnen opdoen.

Ik vind dat duidelijkheid en eerlijkheid met name richting deze spelers het belangrijkste is. Speler en trainer/coach hoeven het totaal niet met elkaar eens te zijn, als de beweegredenen van de trainer/coach voor de speler maar duidelijk zijn en dat de speler weet dat de trainer/coach vanuit zijn rol altijd integer probeert te handelen.

Het hangt dan vervolgens van de intrinsieke motivatie van de betreffende speler af of hij/zij het geduld kan opbrengen om te wachten. Lukt het de betreffende speler zijn/haar kans te pakken en zich in de basis te spelen, vind ik dat natuurlijk prachtig om te zien.”

Lees verder