Nieuwe competitieopzet top vrouwenvoetbal: stap naar toekomstbestendigheid

De competitieopzet van het betaald vrouwenvoetbal wordt vernieuwd. Vanaf seizoen 2025-2026 komt er een piramidestructuur met drie niveaus: eredivisie, eerste divisie en tweede divisie. Deze nieuwe opzet moet zorgen voor een duidelijke, toekomstbestendige competitie en ruimte geven aan clubs om in eigen tempo door te groeien.

Wat verandert er?

De eredivisie telt in 2025-2026 opnieuw twaalf teams met de komst van NAC Breda. Aan het einde van dat seizoen wordt eenmalig een verzwaarde degradatieregeling toegepast, waarbij maximaal drie clubs zullen degraderen. Promotie vanuit de eerste divisie blijft mogelijk, mits de kampioen uit de Eerste Divisie een eerste elftal is en aan de licentie-eisen voldoet. Vanaf seizoen 2026-2027 zal de eredivisie bestaan uit tien teams.

Eerste Divisie

De Eerste Divisie (voorheen eerste divisie poule A) bestaat in de eerste seizoenshelft van 2025-2026 uit zeven teams (eerste- en beloftenteams). Daarna zal de eerste divisie aangevuld worden naar acht teams. De huidige promotie- en degradatieregeling blijft van kracht.

Tweede Divisie

De Tweede Divisie (voorheen eerste divisie poule B) wordt het instapniveau voor nieuwe clubs zoals FC Groningen (seizoen 2025-2026) en toekomstige nieuwe toetreders. Promotie naar de eerste divisie kan halverwege of aan het einde van het seizoen, mits de club voldoet aan de licentievoorwaarden.

Toewerken naar hoger niveau

Samen met de clubs wordt richting 2030 gewerkt aan verdere ontwikkeling en groei van het betaald vrouwenvoetbal. De licentie-eisen zullen in overleg verder worden ontwikkeld.

Marianne van Leeuwen (foto), directeur betaald voetbal KNVB: “Met deze structuur bieden we alle clubs de kans om te groeien, op een manier die aansluit bij hun eigen ontwikkeling. Zo versterken we samen het vrouwenvoetbal in Nederland.”

Lees verder