ADO Legend – deel 4: Marco van Alphen

Sinds vorig seizoen beschikt ADO Den Haag over een ‘ADO Legends Lounge’, waar oud-spelers tijdens wedstrijddagen worden ontvangen. Iedere wedstrijddag worden oud-spelers uitgenodigd van alle jaren uit de roemruchte geschiedenis van de Haagse profclub.

Tekst: Glenn Duijzer

Voor de wedstrijd tegen Helmond Sport was Marco van Alphen één van de gasten. Haaglanden Voetbal sprak na afloop met de middenvelder, die in acht seizoenen in totaal 186 competitiewedstrijden in actie kwam. Van Alphen scoorde hierin zes treffers.

Wat vond je van de wedstrijd ADO Den Haag – Helmond Sport?

,,Moet ik daar eerlijk over zijn? Dan vond ik het slecht, heel slecht. Maar dat valt mij al langer op dan alleen deze wedstrijd. Als ik goed nadenk wanneer ik het wel leuk vond bij ADO Den Haag, dan kom ik toch uit bij het seizoen met onder andere Bulykin. Dat was heel herkenbaar voetbal met strijd en kwaliteit. Als ik naar de wedstrijd tegen Helmond Sport kijk, dan mis ik gewoon kwaliteit. Dat is misschien vervelend om te zeggen als je het over je eigen club heb, maar het is een gebrek aan kwaliteit.’’

Volg je ADO Den Haag dan nog zo fanatiek?

,,In principe niet meer zo fanatiek als ik vroeger heb gedaan. Ik lees de uitslagen en ik kom beroepshalve regelmatig bij wedstrijden. Dan zie ik de wedstrijden. De spelers echt van gezicht kennen, dat heb ik niet meer.’’

Wat vind je trouwens van de Legend Lounge?

,,Heel goed, een heel goed initiatief. Je merkt het ook aan de oud-spelers, die komen graag. Dit is in het verleden, sinds dat ik weg ben bij de club, eigenlijk nooit zo opgepakt. De enige die het begreep dat je de oud-spelers bij de club moest betrekken in het verleden was Remco van der Veen.’’

Welke wedstrijd is jou in die acht seizoenen het meest bijgebleven? Is dat het moment met Piet de Zoete en de deur?

,,Ik kwam al als jeugdspeler bij FC Den Haag en ik kwam bij Piet als trainer. In een bekerwedstrijd tegen een amateurclub had Ron de Roode al snel een rode kaart gekregen. Ik stond toch ook al op het middenveld en ik maakte op het veld een omzetting. Toen het rust was, gingen we de kleedkamer in en daar stond Piet al zwaar geïrriteerd te wachten. Hij begon direct met wie het in z’n hoofd had gehaald om de boel om te zetten? Dat was ik dus, maar ik durfde niets te zeggen. Piet werd toen zo boos, dat hij een gat in de deur sloeg. Piet was in die periode enorm fanatiek. We werden in die periode ook tweemaal kampioen met het tweede elftal. Omdat ik toen doorschoof naar het eerste elftal, had ik Piet het gehele jaar als trainer. Ik begon in het tweede team en na twee maanden, maakte ik mijn debuut bij Telstar uit. Ik speelde bijna een seizoen lang mijn wedstrijden in het eerste en het tweede. Dat kon toen nog. Ik had toen een jeugdcontract, waarin stond dat ik na tien wedstrijden in het eerste een full-prof contract zou krijgen. Maar wat echt mijn beste wedstrijd ooit is geweest? Dat zou ik mij niet meer voor de geest kunnen halen.’’

Je hebt in totaal acht seizoenen bij FC Den Haag gespeeld. Wat is nou het moment dat je in die periode het meest is bijgebleven?

,,Ik heb niet echt een speciale wedstrijd, die mij is bijgebleven. Ik heb ook nooit over een andere club nagedacht. Ik speelde bij FC Den Haag ook altijd in vriendenteams. Het was een volksclub, die speelde in het Haagse Zuiderpark. Ik speelde alle wedstrijden met plezier en ook fanatiek. Het FC Den Haag-gevoel zat bij mij toen dieper, dan ik nu meemaak in het huidige team. Ik zie op de tribune nog steeds supporters rondlopen, die er in het Zuiderpark destijds ook rondliepen. Die hebben dat speciale gevoel nog wel.’’

Hoe vaak zie je vandaag de dag nog spelers, die zoals jij acht jaar bij dezelfde club blijven?

,,Als ik achteraf terugkijk, heb ik mijzelf misschien tekort gedaan door teveel in dienst van FC Den Haag te spelen. Ik heb mijzelf altijd opgeofferd voor het team. Vandaag de dag zie je heel veel spelers, die op één positie specialist zijn. Ik heb destijds op allerlei posities gespeeld. Dat had het voordeel dat ik altijd speelde, maar het nadeel dat ik niet alleen als rechtshalf speelde. Andere clubs zochten dan een rechtshalf en kwamen niet bij mij uit, omdat ik op verschillende posities heb gespeeld. Ik had destijds een zaakwaarnemer, dat was iemand van mijn oude club Roodenburg. Die was dan wel directeur bij Bols, maar die deed mijn contracten. Tegenwoordig worden spelers gek gemaakt door spelersmakelaars. Als een speler nu niet speelt, wordt de trainer benaderd door een makelaar dat zijn speler naar een andere club gaat kijken als hij niet speelt.’’

Je kwam destijds van Roodenburg uit Leiden en na acht seizoenen ben je ook weer terug gegaan naar Roodenburg. Eigenlijk heb je tijdens je voetballeven, maar bij twee clubs gespeeld.

,,Eigenlijk bij drie clubs. Ik heb nog een jaartje bij Rijnland gespeeld. Dat is opgegaan in Sporting Leiden. Ik ben toen uit pure onvrede over de gang van zaken bij Roodenburg naar Rijnland gegaan. Ik was bij Roodenburg speler/coach en na een kampioenschap vertrok de hoofdtrainer. Het duurde mij te lang voordat de club een nieuwe hoofdtrainer aanstelde. We hebben toen nog geprobeerd om Heini Otto zover te krijgen om naar Roodenburg te gaan. Het duurde te lang voordat de club concreet werd en Heini heeft het toen afgeblazen. Op het laatste moment hebben ze toen een andere trainer aangetrokken, waarmee ik de klik niet had. Dat botste eigenlijk wel direct. Dat ontaarde in een situatie, waarbij wij met bijna veertig man zijn overgestapt naar Rijnland. Ik ben ook bij Rijnland gestopt met voetballen. Helaas kan ik fysiek nu geen sport meer beoefenen. Ik merk wel dat ik meer gewicht begin te krijgen. Ik ga deze week overigens wel weer voorzichtig beginnen in de zaal bij de fysio. Ik moet toch aan mijn ‘rikketik’ denken. Ik merk dat mijn ademhaling beter gaat als ik sport.’’

Als ik terug kijk naar de laatste twintig, dertig jaar. Dan zijn er vrij weinig spelers, die ooit hebben toegegeven dat ze na het voetbal in een zwart gat terecht zijn gekomen. Jij bent wel een speler, die dit ooit in een interview heeft aangegeven.

,,Ja, maar dat is een heel gevoelig punt voor mij. Ik was in het laatste jaar veel geblesseerd. Het voordeel was destijds dat ik makkelijk naar het ziekenhuis kon, omdat ik bij FC Den Haag speelde. Ik ben in dat jaar bij heel veel specialisten geweest. Ik had toen hamstringklachten en pijn in mijn lage rug. Daar ben ik destijds ook voor behandeld. Er werd nooit een hernia geconstateerd. In een wedstrijd uit tegen FC Utrecht ben ik zelf het veld uitgestapt. Daarna hadden ze iets gezien op foto’s en ik werd toen geopereerd door dokter Bos. Ze vonden echter niets in mijn onderrug. De dokter heeft toen verder gekeken en het bleek dat ik hoger een hernia had, die alle problemen veroorzaakte. Ik ben er echter twee jaar geleden achter gekomen dat ik geen immunoglobuline aanmaak. Ik heb een weerstandsziekte. Ik krijg nu wekelijks een infuus om die te korten aan te vullen. Ik heb na het stoppen bij FC Den Haag zo’n reeks aan klachten gehad de afgelopen jaren. Ik ben afgekeurd en heb doffe ellende meegemaakt in die jaren. Ik ben constant moe, verkouden, trillerig en een lichte longontsteking gehad. Ik heb de meest gekke dingen meegemaakt en nu nog steeds. Ik vecht al vanaf 1991 voor mijn bestaan. Ik dacht in 1988 het ‘zwarte gat’ te ondervangen door een winkel te beginnen. Dat is helaas zakelijk verkeerd afgelopen. Noodgedwongen ben ik met mijn nieuwe zaak begonnen, Marco van Alphen Promotions. Ik had een uitkering van 70%, maar dat is eigenlijk niets. Dus ondanks dat ik fysiek niet in orde was,  moest ik wel aan het werk. Met deze job kon ik mijn uitkering aanvullen tot een acceptabel inkomen, waardoor ik verder kon in het leven. Ik heb er ook heel lang over moeten doen om weer eens naar ADO Den Haag te gaan.’’

Was die stap te groot om weer naar het betaalde voetbal te gaan?

,,.Ja, ik kon er niet over praten zonder tranen in mijn ogen te krijgen. Ik merk trouwens nog steeds dat het mij raakt. Nu we het er over hebben, merk ik dat. Ik had destijds gewoon het recht op volledige afkeuring, dat er in ieder geval een vangnet voor mij was. Dat was er niet en dat heeft mij heel veel pijn gedaan. Er zijn nooit de juiste diagnoses gesteld, waardoor ik er de dupe van was. Mijn omgeving heeft er ook mee te maken gehad. Ik heb al die jaren lopen tobben.’’

Hoe is het dan om toch weer in een stadion te zijn?

,,Dit is gewoon leuk met die oude gasten weer samen te zijn. Vandaag zijn Cor Lems, Michel Adam en Frans Danen er ook weer. De vorige keer was Pablo Plak er ook, dat is gewoon leuk. Dat voelt als eigen, dat voelt goed. Ik vergeet John van de Hoogenband nog, die is er ook bij. Dat doet me weer goed. Dan hebben we het weer over de periode waarin het goed ging met mij.’’

Je begon zelf over spelersmakelaars, maar denk jij dat spelers vandaag de dag beter begeleid worden na hun carrière?

,,Daar heb ik eerlijk gezegd geen zicht op. Ik denk niet dat het gebeurt. Ik denk dat de spelers nu wel meer bewust zijn van het feit dat er iets na hun voetbalcarrière moet zijn. Ik vraag mij echter af of dat nu op het niveau van ADO Den Haag, de eerste divisie, ook echt gebeurt. Je moet alles wel in de tijdsgeest zien, maar wij werden destijds ook wel verwend. Maar tegenwoordig ligt dat vele malen hoger. Je hebt het over de makelaars, maar wij hadden destijds de oprichting van de VVCS. Je weet dan ook wel wie er daardoor miljonair is geworden. En daar heb ik wel moeite mee. Je bent een vakbond, je haalt ons binnen als speler en je wordt daar miljonair van. En ik sta zonder één euro op mijn spaarrekening met jou te praten. Dat vind ik wrang, heel wrang.’’

© Haaglanden Voetbal

 

Lees verder