FC ’s-Gravenzande ging vorig week in de blessuretijd alsnog onderuit tegen Capelle (2-1). Zaterdag kan de ploeg van trainer Richard Middelkoop (foto) het één en ander goedmaken tegen een overigens niet zwakke tegenstander, maar sc Feyenoord kent zeker geen geweldige competitiestart.
Tekst: Ton Beije
Ook trainer Middelkoop baalde van die nederlaag bij Capelle: ,,Jammerlijk genoeg verloren in de blessuretijd. Op basis van inzet hadden we een punt verdiend. We zien dat de afgelopen wedstrijden ons aangeven, dat we nog volwassener moeten worden. We hadden zaterdag namelijk de kans op 0-2 en die laten we liggen en in de blessuretijd mag je nooit een goal tegen krijgen en zijn we niet meedogenloos genoeg.”
Energie
Met een nederlaag van het veld stappen is altijd teleurstellend, maar zegt Middelkoop: ,,Onze groep blijft gelukkig niet hangen in een negatief gevoel. We weten dat als we de energie die we in de trainingen en wedstrijden blijven geven, we ons zelf zeker wel gaan belonen.” FC ’s-Gravenzande kreeg in vier duels al elf doelpunten tegen. Ligt het probleem achterin? Middelkoop: ,,Doelpunten tegen krijgen is een collectief geheel. We zullen nog beter moeten samenwerken als team om te zorgen dat we minder kansen weggeven en langer de bal in bezit houden om zodoende rust te creëren in het team.”
Winnen
Zaterdag komt sc Feyenoord op bezoek op het Juliana Sportpark, een pittige tegenstander, maar de Rotterdammers zijn zeker niet sterk gestart. De trainer over dat duel: ,,Feyenoord zaterdag is een aansprekende tegenstander waar we nog nooit van hebben gewonnen. Dit betekent dat de wedstrijd die je gaat winnen steeds dichterbij gaat komen en ik verwacht dat dit aankomende zaterdag is. Feyenoord heeft één punt en moet net als FC ’s-Gravenzande gaan voor de overwinning. Ik verwacht zodoende een spannende wedstrijd.”
Compleet is de selectie van de Westlanders zeker niet, want Middelkoop mist nogal wat spelers: Ardi Luijendijk, Jur Jouvenaar, Ruben Hagen, Patrick Fonseca, Kilian Berkhout en Joseph Concalves is nog een twijfelgeval.”
