Op 23 augustus 1947 werd het gezin Brantz , bestaande uit vader Wim, moeder Mijntje en zoon Ruud, uitgebreid met nog een zoon. Bij de geboorteaangifte in de woonplaats Tandjoeng Pandan ( voormalig Nederlands Indië ) maakte de ambtenaar een enorme fout. Hij noteerde de naam Charlef Louis, hoewel vader Wim toch duidelijk Charles had gezegd. Wim wees de ambtenaar hier op, maar deze deed het af met de woorden: ‘Jammer, ik kan het niet meer veranderen’. Vandaar de naam Charlef. In het verdere interview zal ik, zoals wij hem kennen, Karel blijven noemen. Vader Wim gaf voor de oorlog les aan de kinderen van de ouders, die bij de Biliton Maatschappij werkten. Teruggekeerd uit krijgsgevangenkamp werd hij hoofdonderwijzer en ging les geven aan inheemse ambtenaren. In 1950 verhuisde het gezin naar Nederland. Een lange reis, die per boot werd afgelegd. De familie Brantz werd ingekwartierd in een zogenaamd contractpension. Eerst in de Van der Spiegelstraat en later in de De Ruijterstraat. Wim wilde zijn oude beroep van leraar weer oppakken, maar de onderwijsaktes, die hij in Indië had behaald, werden in Nederland niet valide verklaard. Op eigen kosten moest hij de aktes opnieuw gaan halen. Dat er daardoor financiële problemen kwamen, de overtocht moest hij ook al zelf ophoesten, is dan ook vanzelfsprekend. Na het behalen van deze aktes ging hij lesgeven aan een school in het bijzonder lager onderwijs in de Schoolstraat. Later werd hij hoofdonderwijzer in Scheveningen. Daar de pensions nu niet je van het waren, erg muffig en schimmelachtig roken, werd Karel op vijfjarige leeftijd geconfronteerd met bronchitis. Op medisch attest kreeg de familie gelukkig een jaar later een huis toegewezen op het vrij nieuwe Heeswijkplein. De lagere school bezocht Karel in de Coornhertstraat. Ook hier kon Karel naar hartenlust buiten spelen.
HET BEGON OP HET HEESWIJKPLEIN
In 1955 stond Karel op dit plein naar de grotere jongens te kijken, die hier aan het voetballen waren. Hij weet het nog precies. Er rolde een rode plastic bal voor zijn voeten en schopte die terug.
Foto boven. Karel geknield 2e van links met de bewuste rode bal. Staand geheel links Jan Croes (broer van Chris Croes) en naast hem Wim Dopmeijer.
Daar raakte hij zo door gefascineerd, dat hij de bewegingen van de oudere jongens ging nadoen en besefte, dat hij deze langzamerhand beter en sneller kon uitvoeren dan die grotere jongens. Daardoor kon hij probleemloos met ze mee gaan voetballen. De partijtjes werden in de breedte gespeeld. Tot groot ongenoegen van de winkeliers, die regelmatig een ruit zagen sneuvelen. Daarna werd er in de lengte gespeeld, dat veelvuldig werd afgewisseld met bank – en lantaarnvoetbal. De passie van voetbal had hij trouwens niet van een vreemde. Zijn vader scheen een heel snelle rechtsbuiten te zijn geweest en zijn opa van zowel zijn vaders – als moederskant kwamen uit voor een het vertegenwoordigend elftal van Indië. De meeste van Karels’ pleinvrienden speelden bij WIK, TEDO, De Adelaars en RVC.
ADO
Vlak na zijn tiende verjaardag werd Karel door Wim Dopmeijer overgehaald om niet naar RVC, maar naar ADO te gaan. Ook Maarten Schipper, Koos van der Lelie en Hans van Aken vonden de weg naar het Zuiderpark. Hij was apetrots op zijn rood-groene shirt en zijn lidmaatschapskaart, waardoor hij de thuiswedstrijden van ADO 1 kon bezoeken. In het seizoen 1957-1958 werd hij ingedeeld bij de Luipaarden. Er werd destijds op zondagochtend in competitieverband met teams die dierennamen droegen tegen elkaar gevoetbald. Het hoeft geen betoog, dat pa Wim zijn grootste supporter was.
Foto boven is het elftal van de Luipaarden uit 1957. Karel zit op de foto 2e van links geknield. Het elftal met o.a. Wim Dopmeijer, Bob Stam, Pim Evers, Beertje Netten, Wim Admiraal was dermate goed, dat het om het kampioenschap op het hoofdveld mocht strijden. Deze wedstrijd werd gewonnen en leider de heer Van Gangelen trakteerde de jongens op een flesje limonade en een gevulde koek. Tevens kregen ze een beker.
BESTE PUPIL VAN ZUID-HOLLAND
Op 11-jarige leeftijd werd Karel door ADO aangewezen om op het Laakkwartier- terrein deel te nemen aan een aantal behendigheidsproeven, dat uit moest wijzen, wie de beste pupil van Zuid-Holland zou worden. De proeven bestonden uit behendigheid– en snelheidselementen zoals de bal aan de voet langs paaltjes slalommen, doelgericht een pass over de lengte geven naar een bepaald punt, zo snel mogelijk met de bal aan de voet van A naar B sprinten en vanaf 11 meter op het doel schieten. Een doel dat in vlakken was verdeeld met een verschillend puntensysteem. Aan het eind van de dag bleek Karel de beste resultaten te hebben geboekt en werd hij uitgeroepen tot DE PUPIL van Zuid-Holland. Karel had geen problemen op de lagere school. Hij behaalde dermate goede cijfers, dat hij naar een gevorderde klas ging.
Op 12-jarige leeftijd ging Karel naar de Stevin-HBS in de Raamstraat. Ook ging hij over naar de C1-junioren.
Op deze bovenstaande foto staand van links naar rechts : Leider Nico van der Hoek, keeper Woody Louwerens, Fred Prosman, Hans Veugelers, Koos van Dullemen, Karel, Harry Vos, Dick te Slaa en Jan de Jong. Geknield van links naar rechts : Jacques Groenendijk, Piet van der Raaf, Gerard Salemink, Hans van Aken, Michel van der Loop en Cock de Vries.
Hoewel Karel zich uit die tijd niet veel meer weet te herinneren, blijven bij hem wel de toernooien bij. Wat vond hij het leuk geen toernooien meer in Den Haag te spelen, maar met de bus buiten de stad te gaan. In het seizoen 1961-1962 speelde ADO tijdens het DWV-toernooi in Amsterdam tegen Ajax.
Op bovenstaande foto staan van links naar rechts : leider Nico van der Hoek, Woody Louwerens, Fred Prosman, Gerard Salemink, Koos van Dullemen, Hans van Aken, Karel en Jan de Jong. Geknield Harry Vos met naast hem rechts Johan Cruijff en vierde van rechts Michel van der Loop.
Bovenstaande foto is het B-elftal in 1963-1964. Staand van links naar rechts : trainer Jan Becker, Harry Vos, Wim Mulder, Karel, Koos van Dullemen, Dies Lukker, Woody Louwerens en leider Nico de Groot. Geknield van links naar rechts : Ger Snijders, Ton van der Voorn, Peter Langeveld, Hans Hillebrecht, Martin Kloor, Michel van der Loop en Gerard Boogaard.
Op zijn 16e jaar kwam Karel in het regionale jeugdelftal. Hij werd een vaste waarde voor dit elftal als rechtsback. Een aantal spelers had al een contract, maar hij moest het doen met consumptiebonnen en gratis voetbalspullen. Trots als een pauw ging hij naar de Weimarstraat om zijn nieuwe ADO-outfit op te halen. Hij kreeg twee paar voetbalschoenen, waarvan één paar met schroefnoppen. Om te wennen liep hij deze schoenen op zijn kamer in. Dat getik op het zeil gaf een magisch gehoor. Maar pa Wim vond dit nou niet direct een succes met die putten in het zeil.
In Nederland staan de toernooien van Feyenoord, het Rat Verlegh-toernooi in het toenmalige complex van NAC aan de Beatrixstraat in Breda en uiteraard het ADO-jeugdtoernooi nog in zijn geheugen gegrift, alsmede de buitenlandse toernooien in Antwerpen, Cannes en Wenen.
Wenen
Mei 1964 : het toernooi in Wenen. Dit werd eigenlijk Karels eerste grote buitenlandse reis. Hij weet nog goed, dat de trein rond het middaguur vanaf het Staatsspoor vertrok. Deze reis vond Karel een kleine marteling. Omdat hij niet wilde en kon kaarten en de anderen wel, kon hij vanwege de herrie het slapen wel vergeten. Ging hij dan eindelijk een beetje onder zeil, dan was er altijd wel ééntje bij, die in zijn oor spuugde. Dies Lukker scheen hier een expert in te zijn geweest. Gebroken kwam hij 19 uur later in Wenen aan. Het organisatiecomité had een cultureel dagje bedacht met bezoeken aan een paleis, musea en een rondrit door het historisch centrum van Wenen. Dit viel bij de meeste cultuurbarbaren niet echt in de smaak. Hoewel het elftal uit een aantal branieschoppertjes bestond, werden toch een paar spelers bevangen door heimwee, waarbij menig traantje werd weggepinkt. Alle wedstrijden werden in een stadionnetje gespeeld, alleen de finale vond plaats in het grote Prater-stadion (nu het Ernst Happel stadion) gespeeld. ADO kwam in de finale, maar verloor met 3-0 van het Tsjechoslowaakse Slovan Pressburg (nu Slovan Bratislava). Karel werd aangewezen als de beste speler van ADO en ook uitgeroepen tot één de beste spelers van het toernooi.
Vanaf 1962 werd Karel geselecteerd voor vertegenwoordigende jeugdelftallen op zowel regionaal als nationaal niveau. Hij werd geselecteerd voor de Afdeling Den Haag, het district West II en het Nederlands UEFA-jeugdelftal van 16-18 jaar. Dit kwam mede, doordat hij zijn debuut op 15-jarige leeftijd in 1962 als invaller bij de A-jeugd (leeftijd tot 18 jaar) tegen Feyenoord mocht maken. Op Varkenoord werd er tegen Feyenoord gespeeld, waar o.a. Bram Geilman (nu Gildeman), Hans Venneker en Kick van der Vall in speelden. Wim Jansen begon net als Karel op de bank. De eerste keer, dat hij voor het Nederlands UEFA-team geselecteerd werd was in 1963. Hij kwam toen niet verder dan de laatste 22 spelers en viel af evenals Johan Cruijff en Wim Jansen. In 1964 stootte hij door naar de laatste 16 geselecteerden.
JONGSTE CONTRACTSPELER VAN NEDERLAND
In juli 1964 kreeg Karel zijn eerste semiprof contract. Omdat hij nog niet tekenbevoegd was, nam zijn vader die taak op zich.
SEIZOEN 1964-1965
Jan Becker werd als trainer vervangen door Bert Jacobs. Karel zegt, dat deze man grijze haren moet hebben gekregen in dit seizoen van de trucs, die Harry Vos, Koos van Dullemen en hij uithaalden. Ze vonden het prachtig om in het eigen strafschopgebied één-tweetjes te maken en vooral de tegenstanders door de benen te spelen. Bleven ze eindelijk een keertje serieus, dan haalde Dries Roelfsema wel de gekste capriolen uit. Deze keeper kon op fenomenale wijze ballen uit de bovenhoek tikken, maar ook net zo goed een bal door zijn benen laten gaan of uit zijn handen laten vallen. Het was een interregionale betaalde jeugdcompetitie. Bekende voetballers waartegen ADO moest voetballen waren : Johan Cruijff en Barry Hulshof van Ajax, Wim Jansen en Joop van Daele van Feyenoord, Willy van der Kuijlen van PSV, Eddy van der Roer, Dick van Dijk en Eddy Koens van SVV, Eddy Treijtel en Bep van der Heide van Xerxes, Willy Dullens van Sittardia, Ati en Ad Graumans van NAC, Eddy Achterberg, Leo van Veen en Cees Loffeld van DOS en Jacques van Stippent van Wilhelmina, die een jaar later naar PSV ging. Het seizoen was een succes en ADO, dat als eerste in de poule was geëindigd moest strijden om het Nederlands kampioenschap tegen Volendam, dat in de andere interregionale poule eerste was geworden. De thuiswedstrijd werd met 2-1 gewonnen, maar de uitwedstrijd werd met 4-0 verloren, waardoor er een beslissingswedstrijd gespeeld moest worden bij RCH in Heemstede. Hierin bleek Volendam de sterkste door met 2-0 te winnen en mocht zich kampioen van Nederland noemen.
Een beeld uit de derde, beslissende wedstrijd om het Nederlands kampioenschap tegen Volendam op het complex van RCH. Links Dick Advocaat en rechts Karel.
In hetzelfde seizoen werden er twee buitenlandse toernooien gespeeld en in Antwerpen en Cannes.
Cannes
Tegelijkertijd met dit toernooi speelde het UEFA-jeugdelftal in Baden Baden voor het Europese kampioenschap. Tevens miste Karel door dit toernooi het schoolreisje naar Parijs. Zelf twijfelde hij erg tussen het UEFA-toernooi en het toernooi in Cannes. Jack van Zanten, ploegleider van het UEFA-team probeerde Karel één dag eerder voor de officiële paasvakantie van school te halen. Dat lukte niet, maar Nico de Groot, leider van ADO, kreeg het wel voor elkaar. Karel zag aanvankelijk als een berg tegen de reis op, gezien de ervaringen van het jaar daarvoor naar Wenen, want deze trip zou zo’n 16 uur duren. ’s Middags kwam de groep aan en kon de hele middag en avond acclimatiseren. De volgende dag zou er een training zijn. Toen ze bij het trainingsveld kwamen keken ze hun ogen uit. Real Madrid was al aan het trainen en vol bewondering keken de ADO’ers naar de gedrevenheid en professionele benadering van dit team. Toen ADO mocht gaan trainen, was het verschil met Real Madrid schrijnend. Het was een compleet ongeregeld zootje. De één liep op gympen, de ander op voetbalschoenen en sommigen droegen een zwembroek, trainingsbroek of korte broek. De dag daarop volgde de loting op het dak van het Palais de Festival, die gedaan werd door de burgemeester. ADO trof Chelsea en het onbekende Spartak Praag en in de andere poule zaten Real Madrid, AC Milan en Rapid Wien. De eerste wedstrijd tegen Chelsea werd met 1-0 gewonnen, maar de tweede wedstrijd tegen Spartak Praag vertoonde toch een vervelend tintje. De begeleiders van Spartak vertrouwden de leeftijden van de ADO-spelers niet die tegen Chelsea hadden gespeeld en eisten, dat de paspoorten erbij gehaald werden. Deze lagen in de kluis van het internaat waar werd gelogeerd. Theo Timmermans, die toegevoegd was als leider, ging deze halen (de oud-prof van Nîmes werd nog steeds met veel égards behandeld). Inderdaad bleek, dat Peter Langeveld één maand te oud was en mocht het verdere toernooi niet meer meedoen. In plaats dat de wedstrijd om 21.30 zou beginnen, werd dit nu rond 23.00 uur. Na de 1-0 van Louis de Puijt maakte Michel van der Loop er 2-0 van en de finale was bereikt. Op 28 april werd de finale gespeeld tegen Rapid Wien, dat eerste in de andere poule was geworden.
Bovenstaande foto werd genomen voor de finale tegen Rapid Wien. Van links naar rechts: Koos van Dullemen, Dries Roelfsema, Karel, Dick Advocaat, Harry Vos, Piet van der Raaf, Jacques Groenendijk, Louis de Puijt, Dick Verhey, Aad de Mos en Michel van der Loop. Na een 0-1 ruststand werd ADO in de tweede helft stukken sterker en boog de achterstand om tot 3-1 winst. Doelpuntenmakers : Dick Advocaat, Jacques Groenendijk en Louis de Puijt. Op de foto hieronder op de voorgrond vieren Karel en Michel de overwinning. Michel werd uitgeroepen tot de beste speler van het toernooi. Dat Karel een geweldig toernooi speelde, bleek wel uit de aanbiedingen. Zo kon hij voor Fl 100.000 naar Slovan Bratislava en ook Beerschot had een fors bedrag voor hem over. Het was nu wel duidelijk, dat hij op internationaal niveau één van de vooraanstaande jeugdspelers was geworden.
’s Avonds werden de spelers op het podium geroepen en waren getuige van een show met internationale sterren onder wie The Moody Blues, Claude Francois, Francoise Hardy, Sandy Shaw (uiteraard op blote voeten) en de oude rocker Gene Vincent met zijn houten been, dat hij over had gehouden aan een motorongeluk enige jaren daarvoor.
Bij terugkomst in Den Haag werden de spelers in de bloemetjes gezet. Staand van links naar rechts : Nico de Groot (leider) , Pa Lukker, Koos van Dullemen, Dries Roelfsema, Dick Advocaat, Harry Vos, Karel, Piet van der Raaf en trainer Bert Jacobs. Geknield van links naar rechts : Gerrie Snijders, Tonnie van der Voorn, Jacques Groenendijk, Louis de Puijt, Michel van der Loop en Peter Langeveld.
Bij de grote mannen 1965-1967
In het seizoen 1965-1966, Karel was nog net 17 jaar, werd hij met zijn kameraden uit het jeugdelftal t.w. Peter Langeveld, Louis de Puijt, Harry Vos en Koos van Dullemen overgeheveld naar de senioren . Foto boven staand van links naar rechts : Bertus Strijks, Jacques Smit, Harry Heynen, Jan Villerius, Kees Aarts, Piet de Zoete, Aad Mansveld, Peter Langeveld, Bram Ruitenberg, Louis de Puijt, Koos van Dullemen, Harry Vos, Jan Vos en Karel Brantz. Zittend van links naar rechts: Ton Thie, Lambert Maassen, Theo van der Burch, Jan van den Oever, Ernst Happel, Martin van Vianen, Theo Verlangen, Freek van der Lee en Joop Jochems.
Qua voetbal ging het natuurlijk crescendo en na het makkie op de lagere school zou de HBS eigenlijk ook geen problemen geven. Echter, dit bleek niet het geval. In het tweede jaar bleef hij zitten omdat hij er niets aan deed en in vierde jaar dacht hij dat hij de tentamens, heerlijk liggend in het zonnetje op het strand, wel aankon. Ook dit jaar bleef hij zitten. Daar kwam ook nog eens bij, dat hij veel moest trainen en wekelijks ’s woensdags naar Zeist moest, waardoor van huiswerk maken niets terecht kwam. Soms bracht zijn vader hem dan, of hij moest met de trein. Ondanks hij al twee ADO jeugdtoernooien had meegemaakt, was hij in 1966 nog steeds speelgerechtigd om mee te doen. Een paar uur voor de eerste wedstrijd vroeg Rinus Loof aan hem wat hij kwam doen. Hij vertelde, dat manager Hartmann hem had opgedragen zich bij de selectie te melden. Rinus Loof zei, dat hij gezien de vele trainingen, die hij afgelopen maanden had gemist, niet in aanmerking kwam. Karel sloeg wel eens een training over, omdat hij voor zijn eindexamen HBS zat en zijn diploma wilde halen. Karel ging op hoge poten naar Eddy Hartmann en vertelde dat Loof liever een beperkte voetballer liet spelen dan iemand die een wedstrijd kon beslissen.
Seizoen 1966-1967
Na het behalen van zijn einddiploma HBS wist hij eigenlijk niet direct welke richting hij zou opgaan en schreef zich in bij de HALO (Haagse Academie Lichamelijke Opvoeding). Dit betekende wel, dat hij een zwaar fysiek jaar zou krijgen. Ook kreeg hij weer uitnodigingen uit het Zeister kamp.
18 september 1966
Deze datum staat Karel nog duidelijk in zijn geheugen gegrift. Ajax had vlak voor de wedstrijd tegen Besiktas voor de Europa Cup I gebrek aan wedstrijdritme. Een groot deel van het eerste met alle bekende namen werd opgesteld in het tweede, dat in het Zuiderpark tegen ADO 2 moest voetballen. De ADO-spelers geloofden hun ogen niet, toen ze het elftal van Ajax met al die grote sterren op het veld zagen staan. Karel vertelt hierover, dat Ger Lagendijk en hij het gevaar Cruijff-Keizer ongedaan moesten maken. Echter, in plaats van deze Ajacieden af te stoppen, liepen ze meer achter die twee aan.
In de rust liepen al veel ADO-spelers met hun tong op de schoenen. De ruststand ging in met een 1-0 voorsprong door een doelpunt van Louis de Puijt. Na de 1-2 achterstand moest Karel linksbuiten spelen om er minimaal een gelijkspel proberen uit te slepen, maar door de vermoeidheid werden zijn schoten op doel meer afzwaaiers. Eervol werd er met 1-2 verloren. Onderstaande foto uit deze wedstrijd van links naar rechts : Aad de Mos, Karel, Ger Lagendijk, Johan Cruijff en Piet Keizer.
Een andere wedstrijd, die hij zich nog goed kan herinneren, was de uitwedstrijd tegen Heracles. Martin van Vianen werd de hele wedstrijd uitgescholden. Aan het eind van de wedstrijd stapte Martin zijn goal uit, stapte op die man af, pakte hem bij zijn jasje en gaf hem een paar ketsen. Daarna liep hij weer rustig naar zijn doel. Karel zag dit met groeiende verbazing aan en vreesde het ergste. Helaas kwam dit uit en ADO moest onder politiebegeleiding naar de bus gebracht worden.
Deze wedstijd zou Karel door zijn neus geboord worden. Wat bleek : De leiding van ADO (Hartmann/De Doelder ) had de KNVB geïnformeerd, dat hij uit vorm was en het dus niet verstandig was, om hem te selecteren. Hartmann bracht Kessler hiervan in kennis. Overigens heeft Hartmann Karel nooit verteld, dat hij was geselecteerd. Het betekende prompt het einde van zijn periode bij Jong Oranje.
Seizoen 1967-1968: terug naar amateurs
De praktijkuren op de HALO en de trainingen bij ADO bleken een te grote belasting voor Karels lichaam te zijn en gingen ten koste van zijn vorm. Eddy Hartmann vertelde hem, dat hij het maar bij de amateurs moest proberen, maar er wel rekening mee moest houden, dat hij ook meermaals in het tweede zou worden opgesteld. Wel trainde hij bij het eerste en tweede. In deze periode leerde hij het stappen kennen. Als er uit gevoetbald moest worden, kwam het nog al eens voor, dat hij rechtstreeks vanuit Scheveningen naar het Zuiderpark ging. De eerste helft speelde hij dan grandioos, maar in de tweede helft was de pijp vaak leeg. Tevens gedroeg hij zich zeer recalcitrant ten opzichte van scheidsrechters en tegenstanders. Onderstaande foto is van het B-elftal, waarin hij met regelmaat meespeelde. Staand van links naar rechts : Louis de Puijt, Karel, Jan van den Oever, Jacques Smit, Hennie Ardesch en Ger Lagendijk. Geknield van links naar rechts : Simon Pronk, Martin Woltman, Dick Advocaat, Lex Schoenmaker en Wim Lalleman.
In het derde elftal stak Karel er met kop en schouders boven uit en trainer Piet Oostrum droeg voor hem in aanmerking te laten komen voor een contract. Ook Ernst Happel had Karel een aantal keren gevolgd en zag in hem de beoogde opvolger van Theo van der Burch.
Einde voetbalcarrière
Eind juni 1968 had hij een afspraak met Eddy Hartmann en Herman Choufoer.
Zij vertelden uitvoerig wat ze met hem voor hadden en wat de bedoeling was. Ze gaven hem een conceptcontract. Nadat hij dat vluchtig gelezen had, dacht hij dat ze bij het basisbedrag een 0 waren vergeten. Het basisbedrag was fl. 1200 per jaar. Hij begon te lachen en zei : U hebt een klein foutje in het basiscontract gemaakt, er moet namelijk nog een 0 bij. Hartmann zei, dat het een basissalaris was en in december bijgesteld zou kunnen worden, als hij goed speelde. Hij vroeg, of ze dachten, dat hij achterlijk was. Ook al zou hij eventueel goed spelen, konden ze altijd zeggen : je speelde goed, maar nog niet goed genoeg voor een aanpassing van het contract. Beide heren werden plots minder vriendelijk en raadden hem aan om snel te tekenen, want er waren genoeg spelers, die om een contract zaten te springen. Waarop zijn antwoord was, dat ze het maar aan de volgende moesten geven. Wat is dan je plan? Bij de amateurs voetballen. Hij had al verschillende aanbiedingen op zak, die vele malen hoger waren, dan het basisbedrag dat ADO hem voorhield. Ze dreigden, dat hij nooit voor geld bij de amateurs terecht zou komen. Daarop antwoordde Karel, dat hij dan de atlektieksport zou gaan beoefenen; een beetje hardlopen en verspringen. De verbazing van Hartmann en Choufoer werd steeds groter. Hij stond op en zei bij het weggaan : ‘Maken jullie je maar niet druk, want ik begin op 1 september op de KMA in Breda’. Hij besefte wel, dat zijn carrière in het betaalde voetbal nu definitief een gesloten boek was.
Trainers
De trainers, die Karel in zijn voetbalcarrière mee heeft gemaakt.
Wat vond Karel van de trainers?
Bert Jacobs
Aparte vogel, die ontzettend primair kon reageren. Hij verbleef slechts één jaar bij ADO.
Rinus Loof
Stond altijd in de middencirkel. Hij vond zijn oefenstof ouderwets en niet gevarieerd. Van tevoren wist je al hoe de training zou worden ingedeeld. Jaren later kwam Karel hem tegen en sprak de woorden : ‘EN JE KON ZO GOED VOETBALLEN’.
Ernst Happel
Schreeuwde nooit, floot als er iets niet naar zijn zin ging. Liep altijd met zijn handen op zijn rug en bestudeerde alles wat er op het veld gebeurde. Had vaak een chagrijnige uitdrukking op zijn gezicht.
George Kessler
Veel discipline, gevarieerde oefenstof met de bal, regelmatig één tegen één spelvormen. Kappen en draaien op een klein deel van het veld en veel passes over grote afstand. Vroeg het uiterste van de spelers en velen hadden na de training nauwelijks zin om daarna nog te gaan eten. Karel was onder zijn leiding tweede aanvoerder.
KMA
Hoe komt het ineens in iemand op om aan de KMA (Koninklijke Militaire Academie) te gaan studeren? Zoals in het voetbalgedeelte is aangegeven, ging Karel naar de HALO. Tijdens een sportdag van de MMS ( Middelbare Meisjes School) had hij oogcontact met een meisje. Het zou niet bij een oogcontact blijven. Na verloop van tijd werd hij door dit toenmalige vriendinnetje voorgesteld aan haar ouders. Haar vader was overste in het leger, en zei tegen Karel, dat hij de KMA moest gaan volgen. Eind 1967 schreef hij zich dan ook in voor de KMA-opleiding. Hij kon dus hoog spel spelen tijdens het gesprek met Hartmann en Choufoer eind juni 1968. Tijdens zijn opleiding in Breda koos Karel voor de infanterie met als specialismen logistiek en economie. Hij voetbalde met zijn jaargenoot Dirk Dekkers in de zaal. Naar aanleiding van een zaalvoetbalwedstrijd tegen NAC en zijn achtergrond als semiprof bij ADO bood NAC hem een contract aan. Hiervoor moest hij een request schrijven aan de Minister van Defensie. Deze keurde dit echter af, want je kon geen twee bazen tegelijk dienen. De vergoeding op de KMA leverde hem Fl 67,- per maand op. Hij was zijn vader dan ook zeer dankbaar, dat deze hem regelmatig wat guldens toestopte. In het tweede jaar van zijn opleiding werd hem gevraagd om bij Baronie te komen voetballen. Baronie speelde betaald voetbal in de tweede divisie. Hij zou dan na trainingen en wedstrijden wat in zijn handen gedrukt krijgen. In dit elftal speelden ook Kees van Iersel en Ger Saris. Dit heeft hij een aantal maanden geprobeerd. De Parcoursen Militaire op zaterdagochtend deden hem echter de das om en hij concentreerde zich verder op het zaalvoetbal, dat in opkomst was.
In 1972 studeerde hij af. Hij kwam als tweede luitenant bij het korps gemechaniseerd infanteriebataljon in Harderwijk en werd in 1973 bevorderd tot eerste luitenant. Tot 1975 bleef hij daar werkzaam en was pelotons-en plaatsvervangend compagniescommandant. Van 1975-1977 was Karel instructeur voor seniorcadetten in het opleidingscentrum.
Vitesse
In 1976 werd Karel verrast door Vitesse. De voorzitter van Vitesse was in die tijd voormalig Luitenant Kolonel van de infanterie. Deze zag Karel bij één van de KMC (Korps Mobiele Colonnes) toernooien voetballen. Deze was zo verrukt over Karels prestatie, dat hij de manager van de club opdracht gaf om Karel een contract aan te bieden. Om drie redenen ging Karel hier niet op in. 1.) Hij had een te drukke baan. 2.) Hij vond het aanbod te laag voor datgene wat hij er voor moest doen en 3.) hij had geen zin om degradatievoetbal te spelen. In deze periode speelde hij bij Nunspeet (een Sergeant-Majoor was trainer bij deze vereniging). Hij vond het maar een rare sfeer bij zo’n amateurvereniging. De meeste spelers twijfelden aan het verhaal, dat Karel semiprof was geweest. Tijdens een oefenwedstrijd met FC Twente, waar Kick van der Vall, Eddy Achterberg, Piet Schrijvers en Epi Drost speelden, vroegen deze spelers zich verbaasd af wat Karel in hemelsnaam bij Nunspeet te zoeken had. Daarna hield hij het voor gezien, maar bleef wel zaalvoetballen, waar hij veel plezier aan beleefde.
Foto boven : 1977 : oefening in Havelte en foto daaronder 1978 : oefening in Vogelenzang. Karel was tot 1979 compagniescommandant van het gemechaniseerd infanteriebataljon.
In 1979 werd hij instructeur voor de senior-cadetten van de Surinaamse strijdkrachten.
In januari 1980 begon Karel een opleiding voor algemene en hogere stafopleiding op de hogere krijgsschool in Den Haag. Hij studeerde in juli 1982 af.
Foto boven: uitreiking van het brevet behaald aan de Hogere Krijgsschool.
Tijdens deze opleiding ontmoette hij Ciska Bierens, die werkzaam was bij de Hogere Krijgsschool. Dit klikte zo goed, dat hij een jaar later ging samenwonen.
In 1983 werd Karel bevorderd tot Majoor, in 1987 tot Luitenant Kolonel en in 1994 tot Kolonel. In deze functie stond Karel mede aan de basis van de oprichting van ‘Dutchbat’ en was direct betrokken bij de voorbereiding en begeleiding van Dutchbat voor de lichtingen infanterie, logistiek en coördinatie.
UITZENDING NAAR TOENMALIG JOEGOSLAVIË
Karel was amper zeven maanden Chef-staf van de crisisstaf van de landmacht toen hij op 10 november 1994 door generaal Nicolai werd ontboden. Deze vertelde hem dat hij in maart 1995 voor zes maanden uitgezonden zou worden naar Bosnië als plaatsvervangend commandant sector Noord-Oost op de Tuzla Airbase. De belangrijkste taak was om zich voor te bereiden op het overnemen van het commando als VN-commandant over deze sector waar Srebrenica onder viel. Het Nederlands bataljon dat onder de VN-vlag in Srebrenica was gestationeerd was ter bescherming van de plaatselijke bevolking. Zijn belangrijke neventaken waren het onderhandelen met en coördineren van regionale en lokale militaire en civiele autoriteiten, het onderzoeken van incidenten, waarbij VN-militairen betrokken waren en/of slachtoffer werden. Tevens was hij aanspreekpunt voor alle Nederlandse militairen in zowel de sector als de militaire crisiscentra in Nederland. Op 4 maart 1995 vertrok Karel naar Bosnië.
Foto boven : Op 23 maart bracht toenmalig kroonprins Willem-Alexander een bliksembezoek aan Tuzla Airbase waarin hij kennis maakte met de militairen en hulpverleners op de airbase.
Hemelsvaartdag 25 mei 1995
Het is de dag van de jeugd (tevens de verjaardag van Ciska). De jeugd verzamelt zich op het Kapijaplein om gezellig bij elkaar te zijn ondanks de oorlogsperiode. De VRS (Bosnisch Servisch Leger) valt als tegenmaatregel op de NAVO-luchtaanvallen de zogenaamde ‘veilige’ gebieden aan en er ontploft een granaat midden op het Kapijaplein. Het werd een bloedbad: 74 doden, 200 zwaargewonden en ontelbare lichtgewonden. Karel gaat het onderzoek leiden ondanks aanvankelijk wat tegenwerking. Na drie dagen rondde hij het onderzoek af. Hij maakte kopieën van zijn verslag en stuurde het resultaat van het onderzoek rond. Het origineel, dat hij in zijn bezit hield, overhandigde hij in 2008 aan de Bosnische autoriteiten in Serajewo als bewijsmateriaal in het proces tegen de Servische Generaal Major Novak Dukíc, die verantwoordelijk werd gehouden en aangeklaagd werd voor de aanslag op het Kapijaplein. Dukíc werd tot 25 jaar gevangenschap veroordeeld.
11 juli 1995 Srebrenica
Deze datum gaat de geschiedenis in als één van de zwartste bladzijden in de Europese geschiedenis. Naar schatting zijn er duizenden moslimjongens en -mannen slachtoffer geworden en tienduizenden vrouwen, kinderen en bejaarden gedeporteerd, terwijl zij onder bescherming stonden van de Nederlandse militairen. Karel noemt het in zijn boek niet voor niets : Screbrenica, een tragedie tussen moedwil en misverstand. Gedurende drie jaar heeft hij nauwkeurig dagboeken bijgehouden, waarin de misstanden en fouten, die er in aanloop naar de val van de zgn. ‘Safe Area’ zijn gemaakt in zijn onderstaande boeken beschreven.
Het doel van de boeken was: dat er recht moest worden gedaan aan de slachtoffers en niet om falende militairen uit de wind te houden.
Van 1995-2005 was Karel op internationaal niveau werkzaam aan politieke, strategische en uitvoerende opdrachten binnen de NAVO en VN. Dat men zeer tevreden over hem was, blijkt wel uit de onderstaande verklaringen van Generaal-Majoor A. Gronheim en Luitenant-Generaal O.L Kandborg.
Echter, meerdere akkefietjes tussen Karel en Generaal van Baal bleven de kop opsteken. Van Baal had al eerder tegen Karel gezegd : ‘Concentreer je maar op leuke kolonelsfuncties, want generaal zal je toch niet meer worden.’ Deze beoordelingen zijn echter verdwenen en niet in een dossier verschenen. Karel kon dus fluiten naar zijn promotie tot Generaal.
Foto boven : Ciska en Karel bij zijn afscheidsceremonie.
Dat Karel internationaal meer gewaardeerd werd dan in Nederland blijkt uit onderstaande foto, waarin hij in 2006 het Meritorious Service Medal uitgereikt kreeg. Dit is een hoge militaire onderscheiding, die wordt uitgereikt aan leden van de strijdkrachten van de Verenigde Staten die zich onderscheiden hebben door een uitzonderlijke prestatie of dienst aan de Verenigde Staten.
Na zijn pensionering viel Karel zeker niet in een zwart gat. Hij is druk bezig met bijdragen voor boeken en zijn eigen levensverhaal als militair. Van 2016-2023 heeft hij zich voornamelijk geconcentreerd op Ciska, die helaas op 29 juli 2023 overleed. Hij denkt veel na over de hedendaagse ontwikkelingen zoals migratie, COVID-19, de verloedering van Nederland en het klimaat. Ook geeft hij lezingen, waarin hij zijn eigen visie geeft en houdt zich intensief bezig met de ontwikkelingen in Oekraïne.
Sporten doet hij zelf niet meer. Hij kijkt soms naar voetbalwedstrijden en dan houdt hij het al vaak na 15 minuten voor gezien. Dan weet hij wel, welke kant het opgaat. Hij knapt dan ook af op het geschuif in de achterhoede en dat keepers tegenwoordig de meeste balcontacten hebben.
Uiteraard hopen we deze echte rood-groene de komende PensionADOdag weer te mogen begroeten.
Tom Clavan