Column van POLLY

21 JUNI EN EEN ZWEETBANDJE

21 juni is voor mij al jaren een bijzondere dag. Nee, niet vanwege het begin van de zomer of mijn trouwdag (toen precies 15 jaar, nu 51 jaar), maar het is ooit de dag waarop ik afscheid nam van mijn anti-Duitsland-pathie. Die was me ruim dertig jaar lang ingepompt door mijn vader die tijdens de oorlog een rolletje had gespeeld in het Vlaardingse verzet. Ik kon hem als kind geen  groter plezier doen dan een Duitser desgevraagd de verkeerde weg te wijzen.

Anti-Duits

Op 21 juni 1988 genas Marco van Basten met een fraaie sliding mijn haathouding tegen Duitsers. Vergeten waren de schwalbes van hun voorgangers, de enge Lothar   en het trauma van 1974. In het hofje waar ik woonde liep ik, 38 jaar oud,  als een malloot (net als die Oranje Indiaan)  met de driekleur te zwaaien. Een paar dagen later kwam de kers op de taart door de volley van Van Basten tegen de Russen. Twee dagen dronken in één week was de toverdrank waarin mijn anti-Duitse gevoelens werden verzwolgen. Mijn vader was een jaar eerder gestorven, godzijdank of misschien ook niet.

Pro-Duits

Sinds die 21e juni begon ik Duitsers steeds sympathieker te vinden. In vakantieplaatsen als Torremolinos gedroegen ze zich beter dan lallende Hollanders en zuipende  Engelsen. Ik was best trots toen een Duitse toerist zei dat ik zo goed Duits sprak. “Mit, nach, nebst, bei seit von…usw.”, had  toch eindelijk z’n nut gehad. Ik hoopte daarna dat ‘Deutschland über Alles’ een voetbaltoernooi zou winnen. Het lukte hen zelfs drie keer in 1990, 1996 (EK) en 2014.

Anti-Oranje

Een mens zit gek in elkaar. Mijn Oranjegevoelens werden de laatste jaren steeds minder. Met van Basten, Koeman, Gullit kon je je identificeren, later nog met Kuyt, Van Persie en Robben. Maar ik liep voor de over het paard getilde en arrogante spelers in bloedeloze wedstrijden niet warm. Rare rappers met rare rituelen, te onbeleefd om zich door Valentijn D. of VI te laten interviewen. Spelers die voor oliedollars kiezen en op een resort wonen waar je niet kan horen hoe de slaven afgebeuld worden. Pas over honderd jaar komen ze in Saoedi-Arabië aan een Keti Koti toe. Bovendien word je erg sloom in die woestijnarena’s waar naast rijke sjeiks geen arme kip op de tribunes zit. Wijnaldum is een aftreksel van Wijnaldum geworden..

Het zweetbandje

Maar nu  met het zweetbandje van Depay heb ik het helemaal gehad. Misschien vinden analisten als Van Hanegem en Depay incluis: “Who cares?” Maar voetbal is  een teamsport, een hecht team is belangrijker dan een individualist die alle corners, vrije trappen en penalty’s wil nemen, maar dat feitelijk niet kan. Een nationaal team moet warm, verbindende sociale gevoelens uitstralen. Dus geniet ik meer van de prestaties van Die Mannschaft met Musiala, Rüdiger en mijn favoriet Kroos.

Depay-virus

Depay zet mij  met een ridicuul zweetbandje buitenspel. Daar heb ik geen VAR voor nodig. Koeman is een schijtebroek om het hem niet te verbieden, Van Dijk een meelopende aanvoerder, vooral geen rel schoppen.
Maar erger nog, het Depay-virus is besmettelijk. Ik bedoel niet dat half Nederland nu al witte zweetbandjes bij het Kruidvat koopt. De bizarre uitstraling van Memphis werkt door op de grootste kleuter van het team Xavi. (nomen is omen) Geen glimlach op zijn gezicht, maar een verongelijkte huilebalk. Na een overtreding op het joch volgt meteen een test voor de grasplaggen van een stadion. Als straks Frimpong ook besmet raakt door Depay’s viriele dansjes hebben we al drie spelers met psychische problemen.

De ommekeer

Maar nu nadert 21 juni. Ik hou van numerologie 15-51 (de trouwdata precies omgekeerd). Er gaat deze week die dag iets gebeuren. Mensen zijn rare wezens, schreef ik. Misschien verlies ik net als 36 jaar geleden mijn Oranjehaat door een overwinning op de afwezige Mbappé c.s., ook niet bepaald mijn favoriete vakantieland. Dat ene doelpunt dat we scoren, moet door Woutje W. worden gemaakt als invaller voor Memphis. ,,Hij kan niet voetballen, maar hij staat er wel.”

Afgerukt

Ik zou mijn antipathie graag inwisselen als Griezmann in een passeerbeweging Memphis de zweetband van het hoofd rukt. Dan word ik op slag pro-Frankrijk. Maar dat durft de kleine Antoine niet. Mocht Nederland als tweede in groep D de achtste finales nog overleven en in de kwartfinale Ronaldo of Kökçü ontmaskeren, dan wachten in de halve finale Musiala, Rüdiger en vooral Kroos. Dan zouden psychologisch en historisch gezien mijn anti-Oranje gevoelens weer kunnen cancelen met als hoogtepunt een gemiste penalty van Depay en Van Dijk.

“Lul niet!”

Toen ik vorige week iets over het zweetbandje van Memphis door de kamer riep, reageerde mijn nuchtere en van elke voetbaltactiek gespeende echtgenote (met wie ik desondanks a.s. 21 juni 51 jaar getrouwd ben, vanuit de keuken: ,,Man, wat lul je nou. Je liep vroeger zelf altijd met een zweetbandje op je kop.” ,,Ja, maar dat was in de jaren zeventig vanwege mijn lange…”
Verder kwam ik niet: “Who cares?”, zei ze.

Geen EK maar OS

Ik kijk niet meer naar de rest van dit EK. Gelukkig begint de Tour snel en daarna  winnen Femke Bol, Jeffrey Hoogland, Sifan Hassan en natuurlijk de hockeymeisjes (dit jaar met broek) Olympisch goud.
Misschien loop ik dan weer luid ons volkslied zingend met de het rood-wit-blauw door mijn seniorencomplex. Misschien word ik daarom een week later opgenomen in een kliniek. Maar dat is niet heel erg: ik hoorde dat je daar gewoon een zweetbandje mag dragen, als je luier wordt verschoond. Ik heb er alvast één laten drukken bij het Kruidvat.

Aan de voorkant 74
Op de achterkant: “Who cares my column?”

 

 

Lees verder