Column van Polly

ZELFOVERSCHATTING

Aan de vloedlijn knarsen de scheermessen onder mijn voeten, een troep wakker geschudde meeuwen vliegt op, wanneer ik met mijn leenhond Cooper (Australian Labradoodle)) passeer. Ik gooi zijn plastic balletje zo ver mogelijk weg. Hij holt zijn benen uit zijn achterwerk en brengt het gehoorzaam weer terug.

Vrijdagmorgen 11 augustus half zeven op het Hoekse strand. Een mager zonnetje. Cooper heeft een zorgeloos hondenleventje, hij maalt niet om de nederlaag van Hollandse meiden. Ik wel. Om half drie opgestaan om ondanks mijn smoes tegen voetbalkennissen in de naaste omgeving toch naar Oranje Leeuwinnen te kijken.

Teleurgesteld, boos en verontwaardigd zijn, honden kennen die eigenschappen niet, en zeker niet de Australian Labradoodle. Boos omdat Nederland weer knullig heeft gevoetbald. Tactisch in het Spaanse mes gelopen, technisch volstrekt onvoldoende kwaliteiten. Ook qua inzet haalden de meeste Leeuwinnen de resultaten van Cooper niet.

In de eerste helft zat ik met mijn voetbalboekje het balverlies in deze kwartfinale te turven: 66 keer speelde Oranje naar Rood en omgekeerd was dat maar 28 keer. In de rust besloot ik dan ook meer naar voetbal te kijken. Ik was ervan overtuigd dat Jonker zijn hopeloze systeem met drie centrale verdedigers (geleend van ome Louis) zou hebben omgezet in 4-3-3, want opnieuw werd aanvoerster Spitse voor gek gezet door de watervlugge señorita’s. Ik had het voorspeld, maar toch deed het pijn om gelijk te krijgen. Bange Andries wachtte af. Pas toen hij halverwege helft twee Sherida voor Wilms verving, kwam er wat meer structuur in het team. Maar Oranje verloor.

Het boost..stst.. werd ik om een uur of zes,  toen ik de aanvoerster met veel enthousiasme in haar stem hoorde zeggen “dat ze er alles aan hadden gedaan en dat ze de aansluiting bij de wereldtop weer hadden gevonden.” Die heeft op een ander veld gestaan, denk je dan. Wereldtoppers maken doelpunten als ze kansen krijgen: wat in het verleden Shanice van de Sanden niet lukte (hardlopen maar zelden scoren) was nu feilloos overgenomen door Lineth Beerensteyn. Wie vier 100 % kansen krijgt, zelfs in de verlenging, mag er toch wel twee benutten. Tactisch foutje van Andries Jonker, de topscorer van Nederland (Kalma) thuis laten zitten. Martens, Roord, Pelova gaven tegen Spanje ook niet thuis.

Natuurlijk niks geen wereldtop voorlopig, Sherida. Bij de laatste vier zit je dan geheid. En niet bij de laatste, pakweg zestien Die vier hedendaagse toplanden zaten inderdaad in de halve finale. De nummers 5 tot en met 10: Duitsland, VS, Frankrijk, Japan, Brazilië, Columbia (hoewel die allemaal vroegtijdig werden uitgeschakeld) speelden veel beter en vooral sneller dan de Leeuwinnen. De 35 meegereisde Nederlandse stafleden konden het tactisch en technisch niet voor elkaar krijgen om een stempel op een wedstrijd te drukken. De Vietnamese en de Zuid-Afrikaanse keepsters hielpen driftig mee om Nederland naar de laatste acht te brengen. En natuurlijk ook de Nederlandse keepster. Misschien was ze wel de beste doelverdedigster van het toernooi. Verder konden alleen Dominique Janssen, Groenen en Van der Graft zich meten met de subtop onder de voetbalsters. De rest was bepaald niet in vorm.

De excuses waren zo simpel: de VAR-geschrapte strafschop, de blessure van Miedema, de schorsing van Daniëlle. In de nabeschouwing van Leonne Stentler werd Miedema al snel weer de beste speler ter wereld genoemd. Nou, dat is ze niet hoor. Ze is wel één van de beste afmaaksters op deze aardbol. Maar ze lag deze WK met een gescheurde kruisband naast haar vriendin Mead van Engeland in bed, die een maand later dezelfde blessure had opgelopen.

Ik heb het ‘Monster’ van Engeland daarover niet horen klagen dat ze haar topscorers miste, want behalve Mead kon ook vedette James twee wedstrijden niet meedoen wegens een domme rode kaart. Tactisch zette “onze Sarina” haar team veel beter neer dan alle andere teams. De Wiegmania in Engeland is daarom terecht, The Daily Telegraph vindt haar de vrouwelijke Guardiola. Natuurlijk komt zondag ook het vrouwenvoetbal weer thuis in Engeland.

En Nederland. Spelers en coaches lijden aan zelfoverschatting. Dat geldt overigens niet alleen voor de vrouwen. In juni meldden Van Dijk en Koeman dat ze eventueel best een goede kans hadden om geschiedenis te schrijven in de Nations League. Maar zonder topscorer Depay (excuus, haha) verliepen de twee wedstrijden desastreus. En Jong Oranje (021) kreeg het daarna niet eens voor elkaar om door de simpele poulefase op het EK te komen. Twee gescoorde doelpunten in drie partijen en dat met het Ajax-kanon Brobbey in de ploeg. Over zelfoverschatting gesproken. Ook Van der Looi had vooraf geventileerd dat ze best wel eens Europees kampioen konden worden. Ingeruild voor Reiziger.

In dat rijtje past ook Jonker “We kunnen van iedereen winnen.” Een versleten voetbalcliché, want je kunt ook van iedereen verliezen. Als die lijn doorzet, wordt de kwalificatie voor de EK volgend jaar voor het grote Oranje straks ook nog een mislukking. In zie de meeste internationals nog niet in vorm op 7 en 12 september.

Excuus: Timber gescheurde kruisband, Wieffers uit vorm, Cillessen in het doel?

Het begint allemaal bij onterecht zelfvertrouwen en vóórgeprepareerde excuses. Die horen bij het hedendaagse Nederlandse voetbal: Van der Looi, Koeman, Van Dijk en Spitse zijn er de exponenten van. Advies: zet de tv direct na de wedstrijd uit, dan hoef je niet meteen naar het strand van Hoek van Holland te rennen om je frustratie af te wentelen op je leenhond.

Terug op weg naar de eerste duinovergang dacht ik aan de manier waarop wielrenners reageren. Na een helse bergetappe over gravel-en geitenpaadjes of een idioot geregisseerd WK in Glasgow is er maar één winnaar. Altijd een verdiende winnaar en de nummers twee en drie buigen devoot en met ontzag voor de nummer één. Ze lepelen ook tien minuten na een helse pijniging geen excuses op. Pogacar en Van Aart: “Vandaag was Mathieu gewoon de beste. Punt uit.”

Ik dacht die vrijdagochtend toen al na over de reactie van Demi Vollering of Annemiek van Vleuten als ze zondag eventueel verslagen zouden worden door Lotte Kopecky. Die twee stelden me niet teleur. Geen woord over kramp of een lekke band. Daarom hou ik zo van wielrennen en steeds minder van voetbal.

Als Engeland zondag kampioen wordt, ga ik maandagmorgen vroeg naar het strand en ik loop richting Monster. Uit eerbetoon: “Jullie zijn gewoon de beste”, roep ik ter hoogte van Ter Heijde. Als de wind uit zee komt, zal ze het horen. Ik denk dat Cooper hartstochtelijk mee blaft.

Lees verder