Column van Simon Taal

In deze voetballoze periode voerden de bijzaken de boventoon, zoals ‘Frank Kramer is overleden’, wie…? Zullen veel jongeren zeggen. Frank was een levendige, maar ook dromerige voetballer die speelde voor onder meer Volendam en Telstar. Ook maakte hij deel uit van een muziekbandje dat een eenmalige hit scoorde (dancing on the inside) Naar de clip van het liedje keek ik alleen omdat ik geïnteresseerd was in één van de zangeressen die op mij een magnetische werking had. Frank zag ik eigenlijk nooit staan. Hij bewoog zoals ik dat ook pleeg te doen, onbeholpen en bijna op het struikelen af. Bij mij is het zelfs zo erg, dat ik moet nadenken over welke voet ik het eerst op een traptrede zet. Doe ik dat niet dan is mijn ritme verstoord en struikel ik de trap op en veel pijnlijker vaak nog, de trap af! Frank had voor wat betreft zijn moment van overlijden een beter moment kunnen kiezen, zijn overlijdensbericht viel enigszins weg tussen de veelheid aan berichten over de dood, veroorzaakt door Corona.  Van het overlijden van Diego werd wat meer gewag gemaakt. Diego voetbalde zoals hij leefde, op het oog onbezorgd en genietend maar altijd in de wetenschap dat de hele wereld op hem lette. Frank is, voor zover ik weet, nooit aan de coke of aan de drank geweest. Wellicht had hij daardoor ook minder talent. Het genie grenst immers aan de waanzin. Diego omringde zich met maffiosi en allerlei andere duistere figuren. Werd daardoor ook in een wurggreep gehouden, Diego kon nooit meer die onbezorgde technicus zijn die de bal aan een touwtje had, altijd keek de wereld mee. Blijf onder dat soort omstandigheden maar eens normaal. Iedereen vindt wat van je, en heeft commentaar en dat 24 uur per dag. Dan is het in een voetbalgek land en belangrijker nog voetbalgekke stad (Napels) niet vreemd als je de weg kwijtraakt.

Scheidsrechterszaken

Oefeningen waarbij coördinatie in combinatie met handelingssnelheid getraind werden, waren niet aan mij besteed. Ook het hooghouden van een bal was geen favoriet onderdeel. Liever legde ik mij toe op de onderdelen waarin ik wel redelijk meekon, ingooien, spel vertragend wisselen en irritant commentaar leveren. Zo’n beetje wat heel veel voetballers wel goed kunnen dus! Op deze onderdelen werd nooit getraind dus het moet een aangeboren talent zijn geweest. Op selectiemomenten viel ik echter keihard door de mand, daar moet mijn voorkeur voor het ‘beroep’ van scheidsrechter vandaan zijn gekomen. Scheidsrechters zijn toch vaak gemankeerde voetballers met een groot hart voor de sport. Niks kunnen en er toch bij horen! Eén trucje beheerste ik tot in het extreme: ik kon een bal vanuit de lucht feilloos dood op mijn voet laten vallen. Daarna wist ik het niet meer! Dat trucje heeft me regelmatig bewondering opgeleverd als ik op de middenstip weer eens een bal dood legde en tegelijkertijd de toss liet plaatsvinden. Gewoon niks zeggen en overgaan tot de orde van de dag dus. In de wetenschap (bij mij) dat dat mijn enige kunstje was. Een goochelaar met één trucje huur je tenslotte ook niet in, mijn voetbalcarrière was dus ook geen droomvlucht. Hopelijk mag ik binnen een paar maanden weer op de fluit blazen, het thuis de lakens uitdelen gaat mij ook de keel uithangen!

SIMON TAAL

© Haaglanden Voetbal

Lees verder