Column van Wim van den Berg

VOETBALSCHOENEN

De column moet voetbal gerelateerd zijn, dat is bekend. Ik houd mij daar ook aan en poog door signalering van randgebeurtenissen kond te doen van wat ik ervaar rond één of meerdere wedstrijden. Maar er is meer tussen hemel en aarde, zoals mijn vriend en bekend schrijver André Buurman zich dat ook bewust is.

Immers, beiden waren wij voortkomend uit het rijke Roomse leven voorbestemd om hoog te eindigen op de ladder naar Onze Lieve Heer. Zo begonnen wij als misdienaar, koorknaap, leerling op een Rooms Katholieke school en in gedachten waren we al bezig om Paus te worden. Dat is net niet gelukt, maar het scheelde weinig.

Vloeken ben ik een dansmeester in, geleerd van streng Katholieke pa, met name als bij de Nieuwjaarstoast met nep-bubbels, hij de loper op de schoorsteenmantel naar beneden haalde en uitkraamde dat een gloeiende pook in je reet wel het minste zou zijn. Menig jaar is zo godvruchtig begonnen en ik koester de herinnering. Wij woonden krap, een benedenhuis op de Zuid Oost Buitensingel, naast de hengelsportzaak van “ome” Joop en “tante” Nel Smithuis en onder “ome” Jan en “tante” Lena Prinsen. Buren waren familie. Ook koster Jehee. Ik wist toen nog niet dat mijn latere echtgenote (en nog steeds Thea) hemelsbreed misschien vijfhonderd meter verderop woonde, maar ik had haar wel al ontmoet, toen ze samen met haar broer – en net als ik – op de puinhopen van het gebombardeerde Bezuidenhout liep. Oma woonde bij ons in, dat had pa beloofd aan zijn schoonvader toen die tot mijn grote verdriet overleed. Opa was mijn grote vriend, de man die op één long leefde en bouwplaten voor mij omtoverde in een kermis of een fraai gebouw. De man die mij rond liet dwalen op Eik en Duinen, toen ik met een been in het gips van hem niet naar school hoefde na een fietsongeluk.

Deze achtergrond is belangrijk voor het tijdbeeld: geen centjes, pa wisselende diensten bij de PTT en oma, die zo goed truien kon breien, inwonend. En mijn moeder, die opeens vroeg “Wimpie wil je liever een broertje of zusje, of voetbalschoenen”. Ik koos luid en duidelijk voor voetbalschoenen! Ik kreeg een zusje.

De voetbalschoenen kwamen veel later en werden gekocht op de rommelmarkt aan de Herman Costerstraat. Eenmaal thuis moest ik wollen sokken aan, de nieuwe verworvenheden aansnoeren en zo met het hele zooitje in een teil met water zitten. Nooit hebben schoenen, gewone of sport, mij beter gezeten dan de kicksen van de markt!

Successen nooit mee geboekt, ook niet als pupil bij K.R.V.C., want ik speelde voetbal als een paard met een los hoefijzer (zei pa).

Nee, dan had ik toch beter Paus kunnen worden in navolging van de enige Nederlander die dat ooit bereikte: Adrianus VI gekozen op 09.01.1522, die alweer het leven liet op 14.09.1523. Een kort regime dus; niets voor mij.

Voetbal op de radio was het enige dat er te genieten viel en bij een uitzending van de wedstrijd Nederland-België (Jan Cottaar vertelde) was ”ome” Gerrit van der Braak op bezoek. Bij elke goal zouden pa en hij een borreltje nemen, maar de doelpunten bleven uit, dus zou het bij elke corner worden. Dat ging best goed en “ome” Gerrit moest plassen. Er viel een goal en pa sleurde hem van het toilet om bij te schenken. Hij is later op zijn fiets gezet, kreeg een duw en heeft de Fahrenheitstraat veilig bereikt, om thuis te komen bij vrouw en zoon Theo, later een begenadigd goed voetballer bij DHBRK. De bal is rond en de schoenen moeten passen.

 Gelach is de muziek van de ziel (uit Vossenhuid van Minette Walters).

Wim van den Berg

Lees verder