Nu de kruitdampen en de rookwolken van het overigens door de KNVB verboden vuurwerk zijn opgetrokken (alleen boven Zwammerdam- sv Houtwijk in de 3e/4e klas hangt nog een mistgordijn), lijkt het zinvol de resultaten van de diverse nacompetities te analyseren. Misschien valt uit de resultaten iets af te leiden voor de kansberekening voor het volgende seizoen, want dezelfde onzalige versterkte degradatieregeling is dan ook weer van toepassing.
Eerder schreef ik al op deze website dat de kans op succes in de nacompetitie heel erg klein is en dat je meer kans op een ‘eigen geldje in de Staasloterij’ hebt dan promotie of handhaving in de amateurcompetitie. De resultaten van het onderstaande artikel zijn gebaseerd op de nacompetities in het district West II.
Eersteklassers weinig kans
Voor de promotie naar de Vierde Divisie en degradatie naar de eerste klasse meldden zich in West II zes eersteklassers: Die Haghe, Wippolder, VELO (alle 1B), RVVH, XerxesDZB, BVCB (alle 1C).
Alleen RVVH uit Ridderkerk drong tot de finale door en won van Sneek. De ploeg neemt de plaats in van Vierde Divisionist Spijkenisse, dat in de finale verloor van LRC uit Leerdam. RVVH won overigens de derde periode in 1C en eindigde bovendien achter kampioen Heerjansdam op de tweede plaats. Eén op de zes deelnemende eersteklassers bereikte dus maar de finales: 16,6 %.
Tweedeklassers kansje
Voor de promotie naar de eerste klasse en degradatie naar de tweede klasse kwamen vier eersteklassers en negen tweedeklassers in aanmerking. Van de vier eersteklassers redden drie het niet: HVV, Spartaan’20 en SVOD’32. Alleen sv Den Hoorn kon zich handhaven. sv Den Hoorn eindigde in de reguliere competitie op de tiende plaats in 1B.
Van de negen tweedeklassers: Alphia, Foreholte, DONK (alle 2D), SVC’08, Berkel, RKDEO (alle 2E) en VVGZ, Spirit en Nieuwerkerk (alle 2F) haalden er twee de finale, waarin Nieuwerkerk verloor van sv Den Hoorn en RKDEO na strafschoppen zegevierde over HVV. RKDEO haalde met vlag en wimpel de derde periode in 2E binnen en ook Nieuwerkerk won de laatste periode in 2F. Twee op de negen deelnemende tweedeklassers bereikten derhalve de finales: 22,2 %.
Derdeklassers nauwelijks kans
Voor de promotie naar de tweede klasse en degradatie naar de derde was, zoals ik al eerder schreef de situatie absurd. Eénentwintig ploegen die moesten knokken om de twee als lokmiddel uitgeloofde kluifjes. Nacompetitie uit de tweede klas speelden: ESTO, Legmeervogels, DOCOS (alle 2D), HVC’10, CWO en Wilhelmus (alle 2E) en Hillegersberg, SVS Capelle en FC Binnenmaas (alle 2F). Van deze negen ploegen haalden er drie, DoCoS, Legmeervogels en Hillegersberg de finales. Alleen Hillegersberg wist zich te handhaven. Het eindigde in de reguliere competitie op plaats 9.
Van de twaalf derdeklassers haalde slechts één team de finale. Uit de regio deden mee: Aarlanderveen, DWO, Koudekerk (alle 3A), Verburch, Lyra en Duindorp SV (alle 3B), DSVP, Zwarte Pijl en Ariston’80 (alle 3C) en DVO’32, Meeuwenplaat en Victoria’04 (alle 3D). Verburch verbaasde en verraste vriend, maar vooral vijand (achtereenvolgens CWO, HVC’10 en Legmeervogels) drie keer op dezelfde manier door Vince van der Knaap op te stellen, die maar liefst negen keer scoorde. Hij nam wraak voor de verkwanselde titel van Westlands topscorer aan Jordi van Maanen uit Monster (die tien keer tegen FC Madestein mocht scoren). Is het verbazingwekkend dat Verburch in 3D de laatste periodetitel won? In de reguliere competitie eindigde Verburch op de tweede plaats. Slechts 1 van de 12 deelnemers uit de derde klas bereikte dus de finales: 8,5 %.
Vierdeklassers
Voor de promotie naar de derde klasse en degradatie naar de vierde was de situatie ook absurd, maar van de dertig clubs (4x 3 uit de derde klassen en 6x 3 uit de vierde klassen) mochten er tenminste nog vijf succes halen. Uit de regio Den Haag/Zoetermeer/ Waterweg deden uit de derde klas mee: Oegstgeest, SCW, Stompwijk ‘92 (alle 3A), Laakkwartier, sv Houtwijk en Te Werve (alle 3B), VDL, Excelsior’20, OHVV (alle 3D).
Vierdeklassers uit de regio die in aanmerking voor promotie kwamen waren onder meer: BSC’68, Zwammerdam, FC Zoetermeer, BMT, GDA, Vredenburch, Maasdijk, Hermes DVS en Rotterdam United.
De vier winnende en dus promoverende finalisten waren afgelopen zaterdag BSC’68, Excelsior’20, sv Charlois en Laakkwartier.
sv Charlois en Excelsior ’20 eindigden beide in de reguliere competitie op de negende plaats. BSC’68 won een (eerste) periodetitel en eindigde op de tweede plaats in de afdeling, evenals Zwammerdam.
Bij Laakkwartier trad blijkbaar het ‘Sjaak Polak-effect’ op, die als ik de verslagen mag geloven, op tijd zijn tijdelijke troepen op scherp kon stellen.
De enige beslissing in West 2 die nog moet vallen: op het veld óf achter de duistere burelen van de KNVB, is de wedstrijd van Zwammerdam-sv Houtwijk, die om een merkwaardige reden gestaakt werd. Als sv Houtwijk na een mogelijk wonderlijke ontsnapping alsnog derdeklasser blijft, is het prettig om te weten dat de ploeg in de reguliere competitie in 3B op jawel, de negende plaats eindigde.
Slechts vier van de achttien deelnemende vierdeklassers haalden de finales: 22,2 %.
Vijfdeklassers
Voor de promotie naar de vierde klasse en degradatie naar de vijfde klasse bestond de uit twee ronden tellende nacompetitie uit 21 ploegen: 6x 2 vierdeklassers en 3x 3 vijfdeklassers. Zes finales werden er gespeeld waarvan de winnaars naar de vierde klas gingen of daarin bleven.
Uit de regio Den Haag deden mee uit de vierde klas: VCS, RAS, KSD-Marine en uit de regio Waterweg NOC-Kralingen, Egelantier Boys, BZC/Zuiderpark. Uit de vijfde klas kwamen GSC ESDO en Quick uit regio Den Haag en Pernis en Melissant uit de regio Waterweg. Er hoefden dus maar twee ronden te worden gespeeld. Winnaar van de zes finales waren: Woubrugge (4A), Cabauw (4B), GSC ESDO (5B), Quick (5B), Egelantier Boys (4E) en BZC/Zuiderpark (4E). GSC ESDO en Quick eindigden in 5B respectievelijk op de tweede en derde plaats. Van de negen vijfdeklassers stonden er zes meteen in de finalerondes. Van de zes winnaars waren er twee vijfdeklasser :22,2%.
Conclusies
Uit deze statistieken kunnen door trainers, teammanagers, sportpsychologen wellicht lessen voor het volgende seizoen getrokken kunnen worden.
1. Voorkom te allen tijde dat je nacompetitie gaat spelen. Er wordt ten onrechte van hogerhand gesuggereerd dat je een mooie kans maakt om degradatie te ontlopen of promotie te bereiken.
En ook de suggestie dat het zo lekker spannend is, ja als je wint. HVC’10 was vorig jaar finalist om naar de eerste klas te promoveren. Dat was een fraaie belevenis. Dit jaar moest de derde klas worden vermeden. Na de nederlaag tegen Verburch zag de wereld er voor de Hoekenaren heel anders uit. Bijkomend nadeel van de nacompetitie. De kans dat er relletjes in het veld bij spelers of langs de kant bij supporters uitbreken is vrij groot. Je mooie kunstgrasmat kan ook door afgestoken vuurwerk worden beschadigd.
2. Ploegen die de derde periode winnen, hebben een grotere kans om succesvol te zijn dan ploegen die al in de eerste periode al hun kruit verschieten. De flow van de laatste wedstrijden is belangrijker dan de droom van de eerste periode. Succesvolle derde periodetitelwinnaars dit jaar zijn RVVH (1C), RKDEO (2E), Nieuwerkerk (2F), Verburch (3B) en GSC/ESDO (5B).
3. Ploegen die in de reguliere competitie op de tweede plaats eindigen, maken meer kans op promotie dan lager geplaatste periodekampioenen. Ook hier weer: RVVH, RKDEO, Nieuwerkerk, Verburch, BSC’68 (4A), Zwammerdam (4B) GSC/ESDO (5B).
4. De combinatie tussen tweede plaats en derde periodetitel winnaar is zeer succesvol. RVVH, RKDEO, Verburch, GSC/ESDO (5B)
5. Als je je als herkanser wilt handhaven in een nacompetitie, heb je de meeste kans als je in de reguliere competitie op de negende plaats bent geëindigd. Succesvol waren dit jaar: sv Den Hoorn (1B-tiende plaats), Hillegersberg (2F), sv Charlois (3C) en Excelsior’20 (3D). Mogelijk voegt sv Houtwijk (3B) in de resterende 23, of 53 minuten (verlenging) of na strafschoppen zich nog bij dit rijtje. Mogelijk helpt een scheidsrechter die tot tien kan tellen.
6. Van alle 54 nacompetitieclubs uit een “lagere klasse” die meededen om promotie naar een hogere klas te bewerkstelligen, zijn slechts zes clubs succesvol geweest. Dat is 11,1 %*
– RVVH van 1e klas naar Vierde Divisie = 16,6 %
– RKDEO van 2e klas naar 1e klas = 11,1 %
– Verburch van 3e klas naar 2e klas = 8,5 %
– BSC’68 van 4e klas naar 3e klas (en mogelijk Zwammerdam) = 11,1 % (of 22,2 % als Zwammerdam promoveert)
– GSC/ESDO en Quick van 5e klas naar 4e klas = 22,2 %
* Mocht sv Houtwijk alsnog de finale tegen Zwammerdam verliezen, dan zijn er zeven promovendi en dan stijgt het totaal percentage naar 12,9 %.
7. Va alle ‘herkansers’ in de nacompetitie van West 2 (37) zijn maar negen clubs succesvol: 24,3 %
– sv Den Hoorn blijft in 1e klas (1 van de vier)
– Hillegersberg blijft in 2e klas (1 van de negen)
– Laakkwartier, sv Charlois, Excelsior ’20 blijven in 3e klas (3 van de 12 en mogelijk sv Houtwijk, dan 4 van de twaalf)
– Woubrugge, Cabauw, De Egelantier Boys en BSC/Zuiderpark (4 van de twaalf) blijven in 4e klas.
In de tweede klas is de kans voor een herkanser in de nacompetitie significant het kleinst. Naarmate het niveau daalt (derde en vierde klas) is de kans groter dat een herkanser zich handhaaft. In de eerste en in de vierde klas hoefde nummer 9 geen herkansingen te spelen:
Eerste klas 25,0 %
Tweede klas: 11,1 %
Derde klas: 25% (Mogelijk nog 33,3 %)
Vierde klas: 33,3 %
Kortom, het meedoen aan de nacompetitie is een mooie worst. Het wordt aangeprezen als een lot in de Vriendenloterij, maar het blijkt voor veel clubs een ‘dooie mus.’
