KNVB stelt regels aan samenwerking met derde op voetbalcomplex

Vanaf het seizoen 2023-2024 gelden er regels voor de samenwerking tussen een vereniging en een derde. Met een ‘derde’ bedoelt de KNVB elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die geen lid is van een vereniging, maar wel een samenwerking aangaat met die vereniging. Het gaat dan specifiek over samenwerking op het gebied van trainingen en/of wedstrijden.

Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld een externe trainer die extra trainingen geeft op de club, een BSO die (voetbal)training aanbiedt aan kinderen op de velden van de vereniging of wanneer er een voetbalschool actief is op de vereniging. De mate van samenwerking kan verschillen. Het kan gaan om het ter beschikking stellen van de accommodatie of spullen, het kan ook gaan om namens de vereniging activiteiten organiseren. Voor beide vormen van samenwerking en alle gevallen ertussenin gelden de nieuwe regels.

Veilige omgeving

De nieuwe richtlijnen hebben vooral te maken met de ambitie om te zorgen voor een veilige sportomgeving voor onze leden. De afgelopen jaren heeft zich een aantal voorbeelden voorgedaan van onwenselijke situaties. Het doel van de nieuwe richtlijnen is om de samenwerking tussen clubs en ‘derden’ te reguleren. Centraal hierbij staat altijd de vraag: wat is goed en veilig voor onze voetballers en voetbalsters? Want uiteindelijk is het doel om zo veel mogelijk mensen te laten voetballen, maar wel veilig en met plezier.

Voorwaarden voor samenwerking met derden

Als een samenwerking aangegaan wordt door een vereniging met een derde (persoon of organisatie) voor wedstrijden en/of trainingsactiviteiten dan geldt:

  • De samenwerking dient te worden gemeld bij de KNVB, waarbij als voorwaarde geldt dat dit alleen kan indien aan de voorwaarden als hier geformuleerd wordt voldaan;
  • zijn de activiteiten die worden georganiseerd onderdeel van een ‘voetbalschool’ dan geldt: alle spelers die lid zijn van/deelnemen binnen een voetbalschool dienen lid te zijn van de vereniging waar de derde de samenwerking mee aangaat en dus lid te zijn van de KNVB;
  • alle bij of namens de derde opererende personen dienen lid te zijn van de KNVB;
  • een overzicht van de spelers die deelnemen aan de activiteiten van de derde, dient op aanvraag verstrekt te worden aan de KNVB;
  • ter waarborging van de kwaliteit van de voetbalactiviteiten, waaronder nadrukkelijk ook de pedagogisch/didactische vaardigheden, dienen eindverantwoordelijke coaches en begeleiders te beschikken over mimimaal het VC 2- diploma (voorheen UEFA C (Youth)) en in het bezit te zijn van een geldige licentie;
  • de vereniging dient elk(e) incident/overtreding waarvan zij kennis neemt bij de KNVB te melden, waarbij de vereniging alle noodzakelijke maatregelen neemt om minderjarigen tegen mogelijk misbruik te beschermen;
  • iemand die bij de derde betrokken is, mag niet in het (jeugd)bestuur zitten van de vereniging waarmee de samenwerking wordt aangegaan.
  • de derde dient passende maatregelen te nemen ter bescherming en ter waarborging van de veiligheid van minderjarigen, zijnde;
  • alle personen die bij of namens de derde werkzaamheden uitvoeren, dienen een (geldige) VOG niet ouder dan 3 jaar te kunnen overleggen;
  • de derde en de vereniging dienen beide te beschikken over een – op elkaar afgestemde – procedure voor melding en opvolging van vermeende incidenten/ overtredingen;
  • er dient zowel bij de derde als bij de vereniging een vertrouwenscontactpersoon te worden aangewezen/aangesteld;
  • de vertrouwenscontactpersoon dient ter zake te zijn opgeleid en bijgeschoold.

Klik HIER om inzage te krijgen in het Bestuursbesluit van de KNVB: Eisen voor samenwerking met derde.

(Bron: KNVB)

 

Lees verder