Richard Middelkoop gaat in nieuwe rol bij FC ’s-Gravenzande verder

|

Hij liep naar eigen zeggen al een tijd rond met de vraag of hij wel trainer wilde blijven, al voordat hij drie jaar geleden trainer werd van FC ’s-Gravenzande. Bij een aantal clubs waar hij in voorgaande jaren trainer was geweest, begon die vraag steeds meer te rijzen. Hoewel Richard Middelkoop (foto) het bij FC ’s-Gravenzande prima naar zijn zin had, werd die twijfel niet weggenomen en bleef hij met die gevoelens rondlopen.

Tekst: Jan Schoonen

Na heel lang wikken en wegen besloot hij bij de leiding van FC ’s-Gravenzande kenbaar te maken dat hij twijfelde of hij bij die club wel trainer moest blijven. En toen gebeurde er iets wat in de voetbalwereld tamelijk uniek is te noemen. De club wilde dat hij bleef. Uitleg hierover verschafte Middelkoop toen we hem aan het einde van vorig seizoen voor een wedstrijd van zijn ploeg spraken en toen al werd de afspraak gemaakt in een later stadium hierover verder te praten. Nu is het zover. Thuis op zijn terras in de tuin een uitgebreid gesprek met Richard Middelkoop. Waardoor was zijn twijfel ontstaan? Hoe en wanneer heeft hij dat bij FC ’s-Gravenzande verteld? En vooral wat er daarna gebeurde. Middelkoop gaat op al de vragen openhartig in.

Een paar maanden geleden vertelde je dat je bij FC ’s-Gravenzande een andere rol gaat vervullen. Wat wordt je nieuwe rol?

,,Op papier ben ik ook komend seizoen de trainer van FC ’s-Gravenzande, maar ik zal niet meer de man zijn die alles bepaalt. Ik zal veel meer op de achtergrond gaan fungeren. Dus niet meer voor alle wedstrijden de opstelling bepalen, de wedstrijdbespreking doen en vanuit de dug-out alles en iedereen aansturen. Dat ga ik allemaal samendoen met Mike Jonk, die in de voorbije jaren mijn assistent was, maar dit seizoen op een aantal zaterdagen verantwoordelijk zal zijn voor de gang van zaken. Ik blijf nog wel betrokken bij het eerste elftal, maar meer op de achtergrond en zal ook heel veel bij wedstrijden van het tweede elftal of van de Onder 23 aanwezig zijn. Mike gaat dit jaar de opleiding UEFA-A doen bij de KNVB en ik zal hem op deze manier begeleiden en hem de gelegenheid geven zich verder te ontplooien. Deze manier van werken is nieuw voor me en natuurlijk moet ik nog ondervinden hoe me dat gaat bevallen, maar ik ben er heel blij mee. Want het is ook zelf wat ik wil. Ik twijfelde namelijk al heel lang of ik nog wel trainer wil blijven.”

Vertel eens waar die twijfel vandaan kwam.

,,Ik ben vanaf mijn 28e trainer van hoofdklassers. Eind van de maand word ik 49 jaar, maar inmiddels zijn de tijden veranderd. Vroeger was voetbal bijna alles bepalend. Veel meer alternatieven om je vrije tijd door te brengen waren er niet. Toen ik als trainer begon, waren er nog geen computers. Was er nog hiërarchie. Wat jij als trainer wilde, werd door spelers zonder morren uitgevoerd. Wat dat betreft ben ik een ouderwetse trainer en zou graag zo nog willen werken, maar dat kan niet meer. Als je als trainer nu iets wilt van je spelers, vragen ze naar het waarom en moet je hen zien te overtuigen. En dan doen ze het soms nog op hun eigen manier en niet op de manier die jij graag zou willen. Dat is niet alleen bij FC ’s-Gravenzande het geval, zo heb ik dat overal ervaren. De hiërarchie is er niet meer.  Sinds het laatste jaar dat ik bij Sportlust ’46 trainer was, tien jaar geleden al, ben ik daarover gaan nadenken. Is dit wel wat ik wil? Moet ik nog wel trainer blijven? Ik ben een trainer die het maximale van zichzelf verlangt. Alles wil ik weten. Alles wil ik in de hand hebben. Ik sta bij wijze van spreken altijd aan. Overal heb ik vragen over. Ik doe nooit zomaar iets, altijd zit er wel een gedachte achter en in de voorbereiding van alles wat ik doe, van elke training, van elke wedstrijd, van elk gesprek dat ik voer, steek ik heel veel tijd. Ik zie mezelf niet als de hoofdtrainer van het eerste elftal, maar veel meer als trainer van de hele vereniging en wat dat betreft is het bij FC ’s-Gravenzande prima werken. Maar het kost veel tijd en energie om op die manier te functioneren en dan wil ik er zelf ook energie van krijgen en ook plezier. En dat is in de loop der jaren wel minder aan het worden. Dat is een proces dat misschien al tien jaar bij mij aan de gang is. Trainer zijn op de manier waarop ik altijd gewerkt heb, kan niet meer. Spelers zijn veranderd. Als ik een training tot in de puntjes voorbereid heb, als alle pionnen en paaltjes op het veld klaar staan, merkte ik soms dat spelers misschien wel veel liever vier tegen vier partijtjes willen doen. Voor spelers kan mijn manier van werken ook ‘too much’ zijn. Ze willen soms gewoon lekker voetballen, zonder de achterliggende gedachte om door mijn grondig voorbereide oefeningen beter te worden. Nogmaals, niet alleen bij FC ’s-Gravenzande merkte ik dat, ook bij andere verenigingen waar ik de laatste tien jaar werkzaam was. Het komt erop neer dat je spelers, geboren in dit millennium, tegenwoordig moet overtuigen waarom het zo belangrijk is wat ik vertel en wat ik van hen verlang om beter te worden. Want spelers beter maken is nog altijd de drijfveer waarom ik trainer wil zijn. Ik wil dat spelers gaan nadenken over hetgeen ik hen vertel, zodat het gaat beklijven en ze op het veld beter gaan functioneren. Maar zoals ik dat altijd gewend was te doen, zo kan het nu niet meer, begon ik me steeds meer te beseffen. Omdat spelers vandaag de dag in hun manier van doen en in hun denkwereld veranderd zijn, zal ik daarmee moeten leren omgaan. Niet de spelers moeten hierin veranderen. Ik zal moeten veranderen. Ik zal me als trainer aan moeten passen. Maar wil ik dat wel? Vind ik dat wel leuk? Dat ging ik me steeds vaker afvragen. Daarover ging ik steeds vaker twijfelen. De spiegel die ik mezelf voorhield leerde me dat ik misschien wel te veeleisend ben, te perfectionistisch. Altijd heb ik over van alles en nog wat wel een mening en die mening maak ik kenbaar. Wat dat betreft ben ik misschien wel een betaald voetbaltrainer in de amateurvoetbalwereld. In november vorig jaar heb ik dit alles voor het eerst kenbaar gemaakt bij FC ’s-Gravenzande. In een gesprek met bestuurslid technisch zaken Dirk Valstar en Ron van Meerten, de technisch manager, heb ik aangegeven te twijfelen of ik het komende seizoen nog wel trainer wil blijven.”

Hoe werd daarop gereageerd?

,,Ik kreeg bedenktijd. Dirk en Ron wilden namelijk niet zomaar van me af. Dat was de makkelijkste weg geweest. Als een trainer twijfelt, kun je een andere trainer aanstellen. Toch? Maar zo wordt bij FC ‘s-Gravenzande niet gedacht. Ze waren namelijk heel erg te spreken over mijn manier van werken. Dat sloot immers perfect aan op de weg die ze als voetbalvereniging wilden bewandelen. In de toekomst willen ze nog meer eigen spelers inpassen en de mensen die ze in huis hebben en waarover ze tevreden zijn willen ze graag in huis proberen te houden. En omdat dit laatste op mij van toepassing was, zo vertelden ze, wilden ze graag langer met me doorgaan.’

Dat moet je aangenaam verrast hebben.

,,Natuurlijk heeft mij dat verrast. Zo werkt het bij de meeste clubs namelijk niet. De makkelijkste weg was geweest om na vorig seizoen afscheid van me te nemen en een nieuwe trainer aan te stellen. Er zijn duizenden trainers en daar zal best wel iemand naar je zin bij zitten. Maar Dirk en Ron wilden helemaal geen nieuwe trainer. Ze wilden een andere weg bewandelen. Met Mike Jonk hebben ze een veelbelovende trainer in huis, die nu assistent is en op termijn misschien wel hoofdtrainer kan worden. Als Mike toegelaten wordt voor UEFA-A, dan kan ik hem klaarstomen voor dat werk, zo gaven Dirk en Ron aan in gesprekken die we voerden. Op een gegeven moment hakte ik de knoop door. Als Mike toegelaten wordt tot de cursus, zal ik nog een jaar hoofdtrainer blijven, beloofde ik toen. Maar later begon ik daarover toch weer te twijfelen. Een paar weken later pakte ik de telefoon en liet weten er toch van af te willen zien. Op de club hadden we diezelfde dag weer een gesprek, waarbij ik heel emotioneel werd, zeker toen ze mij vroegen waarom ik toch van gedachten veranderd was. Ik moest huilen en kon dat niet goed uitleggen.”

En toen? Wat gebeurde er toen?

,,Toen toonde de club zijn menselijke gezicht. Ze wilden me dolgraag voor FC ’s-Gravenzande behouden, maar dan wel in een heel andere rol. Ik zou niet meer alleen de hoofdtrainer zijn, maar ook de coach van Mike en ook van Roy Kappenburg, de trainer van het tweede elftal en van Richard de Koning, de trainer van Onder 23, twee mannen die zich als trainer ook verder willen ontwikkelen. Ik vind het echt heel mooi dat ze mij die rol geven bij FC ’s-Gravenzande. Ik kan nu richting geven aan de kwaliteiten die Mike, Roy en Richard ontegenzeggelijk hebben, allemaal met de gedachte om niet alleen hen beter te laten worden, maar ook de spelers waarmee we allemaal werken. En dat gaan we nu ook op een andere manier doen. We gaan de boel namelijk ontschotten.”

Ontschotten?

,,Ja, we gaan de schotten tussen het eerste en tweede elftal en tussen de Onder 23 weghalen. Al deze selecties gaan straks gelijktijdig trainen op twee velden, maar spelers zullen dat niet altijd bij hetzelfde elftal doen. Ze zullen regelmatig overgeheveld worden naar een andere groep. De achterliggende gedachte hierbij is dat ze op deze manier elkaar beter maken, dat jeugd beter klaargestoomd wordt om straks de stap naar het eerste makkelijker te kunnen zetten. En omdat ik als trainer niet alleen bij het eerste elftal ben, maar ook bij het tweede en bij de Onder 23 betrokken zal zijn, leren de trainers van die elftallen zo ook beter om op eigen benen te staan. Zo krijgen ze de kans zichzelf te ontwikkelen en het is heel mooi dat de organisatie bij FC ’s-Gravenzande dat mogelijk maakt. Leren door het te doen, leren van de fouten die je maakt; het is hier allemaal mogelijk en dat ik daarin een soort overkoepelende taak ga krijgen, toont eens te meer het menselijke aspect van deze voetbalvereniging.”

Dat is totaal anders dan wat je als trainer al meer dan twintig jaar gewend bent.

,,Ik ben er heel blij mee, dat dit het uiteindelijk geworden is. Maar ik zal natuurlijk wel moeten ervaren of dit echt is wat ik wil. Nu denk ik er heel positief over en ik zal er alles aan doen om die ondersteunende en begeleidende rol op een goede manier in te vullen, maar alle twijfel bij mij is hierdoor natuurlijk niet in één keer verdwenen. Ik zal echt moeten ervaren hoe mij deze nieuwe rol gaat bevallen. Misschien bevalt het toch niet. Maar het is natuurlijk te hopen van wel. En als dat het geval is, kan ik zomaar nog 25 jaar bij FC ’s-Gravenzande blijven. Dat zou heel mooi zijn, want het is echt een prima club. Een club waar presteren niet op de eerste plaats staat, maar de mens en het omgaan met elkaar. En zulke clubs zijn er in het voetbalwereldje niet zo veel. Daarom prijs ik me gelukkig dat ik bij FC ’s-Gravenzande werkzaam ben en daarom hoop ik dat mijn nieuwe rol een succes wordt.”

(Bron: VoetbalRotterdam)

Lees verder