Column van Wim van den Berg

Ik zie dat U sergeant bent, dan geef ik U nog een prikkie……..

Liggend in het Utrechts militair hospitaal in 1962, met de mond open en beamend dat de visie van de chirurg klopt, prikt hij mij extra en voel ik niets meer. De brave man pleegt een apexresectie (wortelpuntoperatie) in mijn onderkaak, niet nadat ik eerder was opgenomen in het medisch centrum van ons mooie leger aan de Van Alkemadelaan, alwaar gebracht met een taxi, want ik sloeg met mijn bolle koppie tegen de muur aan van de pijn. Mijn moeder had gebeld, weet echt niet meer met wie, en mijn tandvlees groeide in één nacht compleet over mijn ondergebit. Banaal. Al die tijd moest ik denken aan mijn aanstelling in de HVB dat weekend, die nu denkelijk niet door zou gaan. Hetgeen ook zo was.

De behandeling heb ik nauwelijks gevoeld en eenmaal dichtgenaaid mocht ik naar het station Utrecht lopen, de trein pakken naar Meppel, vandaar de bus naar Steenwijkerwold en toen langs de onderofficiersmess waar ik bruine bonen rook. En dan krijg je toch ineens trek in eten! Niet normaal meer. Ik de mess in, waar ze mij kenden van de ochtendlijke gebakken eitjes (2 kanten, toch sergeant?). Maar ze kenden mij ook van mijn sportbeleving in dat verre oord, vlakbij de atoomkoppen in Havelte, waar mijn Van Heutsz-compagnie – waar ik administrateur van was – regelmatig moest wachtlopen.

Dus ik aan de gemalen prak bruine bonen en daarna naar mijn kamer en te bedde. Jawel: 24.00 uur “ALARM” en de man die mij wekte liet ik mijn mond vol bloed zien: de bruine bonen hadden de draadjes van de hechtingen wat soepeler gemaakt en de man schrok en nam een geweldige beslissing “sergeant blijf maar liggen”. In slaap gevallen moet ik op zeker gedroomd hebben van het leiden van een nabije wedstrijd. Ik was amper 19 en “coming man” volgens de geleerden die tijd. Nou, ik zat wel snel in het bestuur van de HSV (Haagse Scheidsrechters Vereniging -red.), maar dat bracht geen voordeel om snel te promoveren.

Ik zag kans in Steenwijkerwold het sportleven van de bedplassers te verbeteren en ontving daar op enig moment een oorkonde voor, die ik nog steeds koester. De leefomgeving van de compagnies-soldaten was niet florissant en vanuit de administratie konden de toenmalige SMA en de burgerschrijver samen met mij nog wel eens iets betekenen voor de mannen.

Hoe bizar was het om ruim twee jaar later in ‘t Harde op herhaling bevorderd te worden tot SMA – Sergeant-Majoor Administrateur – (ik kreeg toen meer poen per maand dan in de burgermaatschappij), maar ook om bijzondere mensen mee te maken gedurende zes weken, waar ik ook de weekenden wel thuis was en de mij toebedeelde wedstrijden kon leiden. Mijn uniform paste niet meer en na het eerste appèl, mocht ik niet meer verschijnen vanwege mijn witte ondergoed, zichtbaar onder openstaande gulp en niet te sluiten jasje.

Ik was recent aanwezig op de training en clubavond van de HSV, waar een 18-jarige jongen liep te zweten. Ik zag hem veelvuldig kijken naar zijn – soms – wat oudere collega’s en herkende hem. Dat was ik (ongeveer) nu net 61 jaar geleden, en ik zie alles nog voor mij en hoop toch zo dat die jongeman net zoveel plezier gaat beleven aan zijn hobby, als ik dat heb gedaan. Kom op man, je KAN het!

Lees dit als een soort akoestische rorschachtest.

Herinneringen uit onze jeugd: blijvende geesten, in ons geheugen gegrift, onuitwisbaar, ingeprent en eeuwig zichtbaar!

WIM VAN DEN BERG

© Haaglanden Voetbal

Lees verder