Barend van Hijkoop

Op 23 oktober 1953 beviel Coby van Hijkoop van zoon Barend Wijnandus Jacobus in de kraamkliniek aan de De la Reyweg 297. Trots haalde Barend (werkzaam op vliegbasis Ypenburg als monteur bij de luchtmacht) zijn vrouw en zoon op en togen naar de Apeldoornselaan. Daar woonden zij in. Een eigen huis was destijds lang niet voor iedereen aan de orde, omdat er een groot woningtekort was. Toen de kleine Barend twee jaar was vertrok de familie van de Apeldoornselaan en vestigden zich in de nieuwbouw aan de Leyweg. Drie jaar na de geboorte van Barend werd het gezin in juli 1956 verblijd met komst van dochter Ingrid. Barend bezocht de kleuterschool aan de Steenwijklaan, waar ook de lagere school was gevestigd. Tussen de Steenwijklaan en de Erasmusweg was een gemeenschappelijke tuin, waar Barend na schooltijd vaak speelde en vooral voetbalde met de vriendjes uit de buurt. Daar deze  vriendjes allemaal bij Celeritas speelden, wilde Barend natuurlijk ook naar deze vereniging.

Op bovenstaande jeugdfoto blijkt al, dat Barend een pure ‘linkspoot’ zou worden.

ADO

Pa van Hijkoop (zelf speler van ESDO) was het daar niet mee eens en wilde, dat kleine Barend naar ADO ging. Daar kende hij een aantal mensen en zijn broer Leo voetbalde er ook. Echter, Barend was pas negen jaar en je moest tien zijn om bij ADO te kunnen voetballen. Wat een teleurstelling. Door tussenkomst van Herman Choufoer mocht Barend toch mee gaan voetballen. Hij herinnert zich nog als de dag van gisteren, dat zijn eerste wedstrijdje op het 2e
gedeelte (voor de echte ADO’ers een begrip) een deceptie werd. Hij verloor namelijk in een onderling partijtje met 10-2 en kwam huilend van het veld af. Vervolgens zei hij tegen zijn ouders, dat hij hier nooit meer wilde voetballen. En wilde stoppen. Deze deceptie was echter van korte duur, want de week erna won hij. Ook weet hij nog precies te vertellen, dat hij in het elftal van de Poema’s speelde.

EERSTE KAMPIOENSCHAP

Zijn eerste kampioenschap behaalde hij met de pupillen. Op onderstaande foto van links naar rechts boven: Leo Luscuère (leider) , Ernst Happel jr., Rob de Koning, André Gieben, Jos Zluzek, Cees de Jong, Rob Kambeel, Wim Reichard en trainer Aad de Mos. Geknield van links naar rechts: Joop Bouwens, Mick Clavan jr., Frans Jol, Hans Verhagen en Barend van Hijkoop.

Vooral viel Barend op tijdens de voorwedstrijden, waar hij door zijn snelheid en onnavolgbare schijnbewegingen een sensatie was.

Van de lagere school ging hij naar de MAVO aan de Melis Stokelaan. Daar de familie ging verhuizen naar de Vreeswijkstraat moest hij ook van school veranderen en ging naar de MAVO in de Baambruggestraat. Ook hier was een veldje, waar hij menig partijtje uitvocht. In de C kreeg hij als trainer Rob Baan. Deze deelde tijdens ouderavonden, die meerdere keren per jaar werden gehouden, rapporten uit, waarbij de spelers naar voren moesten komen.

Hier uit blijkt wel, dat de toen 23-jarige Rob Baan al zeer professioneel bezig was.

Onderstaand het rapport van Barend van 21 december 1966.

Dat Barend altijd aan de linker kant werd opgesteld, zal niemand verbazen. Het voetbal ging hem steeds beter af en dit bleef niet onopgemerkt. Al snel werd hij opgenomen in de Haagse jeugdselecƟe. Leen Dekkers, ADO-man pur sang en vertegenwoordiger van de KNVB Afdeling Den Haag, tipte de mensen in Zeist en op 29 maart 1969 speelde Barend zijn eerste wedstrijd met het Nederlands jeugdelŌal onder 16 jaar.

ADO was goed vertegenwoordigd met Rob Monnee, Cees Storm en Barend. Helaas voor hen ging deze wedstrijd met 4-1 verloren. Op 5 april speelde hij zijn tweede wedstrijd, uit tegen Engeland. Ook die wedstrijd ging verloren (5-2). Na één seizoen in de B gespeeld te hebben, vond Rob Baan het raadzaam om Barend over te hevelen naar de A, omdat hij dan meer weerstand zou krijgen.
Onderstaande foto van het A-elftal van links naar rechts boven: trainer Rob Baan, Dick Kolstee, Wim van Laar, Rob Monnee, Wiebe Akse, Rob Ouwehand, Cees Jansen, Hans Verhagen en leider Nico van der Hoek. Geknield van links naar rechts: Peter de Haan (reservekeeper), Chris Linders, Hugo Lochtenbergh, Cees de Jong, Aad Kila, Barend en Jan Wiemans.

Barend behaalde zijn MAVO-diploma, maar wat nu? Rob Baan adviseerde hem naar het CIOS te gaan en op de vrije dag van Rob op een woensdag reed hij Barend naar Overveen. Maar wat gebeurde er? Hij slaagde voor alle onderdelen, behalve het zwemmen. Hij had vroeger alleen het schooldiploma behaald en was verder nooit meer gaan zwemmen omdat het hem werd afgeraden. Want zwemmen was niet goed voor je spieren, als je ook voetbalde.
En wie had hem dit afgeraden? Juist Rob Baan! Dan maar naar de HAVO.

Inmiddels speelde Barend ook voor het Nederlands elftal onder 18 en moest vaak op woensdagmiddag voor de centrale trainingen naar Zeist. Gelukkig was Leen Dekkers altijd bereid hem daar naar toe te rijden. Daar werd na de training altijd nog met elkaar gegeten, waardoor hij niet vroeg thuis kwam. Ook trainde hij bij de Haagse selectie en uiteraard vaak bij ADO. Als hij ’s avonds thuis kwam stond zijn warme eten op de kachel en had de rest van de familie al gegeten. Dit combineren met school gaf toch wel enige problemen. Hij stond ’s morgens om zes uur op om zijn huiswerk te maken. Het was eigenlijk niet te combineren.

Ook leverde hij eens een proefwerk in en zette er zelf een 1 boven, omdat hij geen tijd had gehad om zich hierop voor te bereiden. Eén docent vond die 1 nog te veel en maakte er een 0 van. Het Nederlands elftal onder 18 ging in de winter ook voor een toernooi naar de Canarische Eilanden. Heel netjes vroeg zijn vader aan de rector, of Barend hiervoor vrij kon krijgen. Daar ging de rector niet mee akkoord. Dit was de enige keer, dat zijn vader voor hem had gelogen door daarna op school te zeggen, dat hij ziek was. Hij wilde namelijk niet, dat dit mooie reisje Barend door de neus geboord werd. Maar wat gebeurde er? Barend scoorde en dat werd uitgebreid in de krant vermeld. Tevens kwam hij met een bruin hoofd terug, want het was daar natuurlijk heerlijk weer geweest. De leraren begrepen het wel, maar de rector kon het echter niet waarderen.

CONTRACT

Toen ADO hem op 17-jarige leeftijd een contract aanbood zei hij de school vaarwel. Hij overlegde dit wel eerst met zijn vader en moeder en deze vonden het goed. Zij zagen namelijk ook wel in, dat het op school niets meer kon worden. Het viel niet te combineren met voetbal. Daar hij nog niet tekenbevoegd was, moest zijn vader voor hem tekenen, wat uiteraard geen probleem opleverde. Echter, hij had ook nog geen rijbewijs. Piet de Zoete haalde hem voor iedere training op. Barend kwam in het tweede elftal terecht onder trainer Rinus Loof.


Bovenstaand het kampioenselftal, van links naar rechts : Cees Storm, Boudewijn de Geer, Leo de Caluwé, Woody Louwerens, Fred Schoonderwoerd, René Vreeswijk, Dick van der Meer, verzorger Frans Evers en trainer Rinus Loof.
Geknield van links naar rechts : Rob Monnee, Hugo Lochtenbergh, Peter Landers, Dick van der Wulp, Wim Berckenkamp, Joop Quellhorst, MarƟn Toet en Barend.

Daar Barend geen werkzaamheden had, kon hij zich helemaal richten op het voetbal. Na dit kampioensjaar kwam hij bij het eerste.


De selectiefoto van het eerste elftal van links naar rechts staand : Evert Teunissen (trainer), Bo Augustsson, Piet de Zoete, Thor Fuglset, Simon van Vliet, Ton Thie, Joop Korevaar, Thijs Wijngaarde, Harald Berg en Rinus Loof.

Zittend van links naar rechts: Rob Ouwehand, Dick Advocaat, Barend, Leo de Caluwé, Kees Bregman, Aad Kila, Hans van Eeden en Aad Mansveld.


De foto hierboven werd door VI bekend als ‘Oom Aad Mansveld en zijn neefjes’. Van beneden naar boven: Boudewijn de Geer, Martin Jol, Martin Toet, Cees Storm, Barend en Leen Swanenburg.

Barend ging van het Nederlands elftal onder 18 naar de UEFA-jeugd.
Tegenwoordig is dit Jong Oranje.


Van links naar rechts staand : Rob Gruben, Bas Peters, Bert Strijdveen, Huub Stevens, Martin Nieuwendijk, Tjeerd van ’t Land, Hans van Someren en Arie de Vroet.
Geknield van links naar rechts: Gradus Roeland, Hein Stroes, Barend, Jan Peters, Adri van Kraay en Gerrie Kleton.
Op de foto ontbreken: Aad Kila, Bert Bakker en Piet Hamburg.

Inmiddels had Barend het uitgaansleven ontdekt en werd een regelmatige bezoeker van The Sands in de Javastraat. Hier ontmoette hij Eef van den Broek, met wie hij menig avondje doorbracht en nog steeds goed contact onderhoudt.

Tevens werd hij in deze periode opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen. Pa van Hijkoop had al geregeld door zijn connecties in te schakelen, dat Barend op vliegveld Ypenburg geplaatst zou worden. Echter, zo ver kwam het niet, omdat Barend afgekeurd werd wegens rugklachten en platvoeten. Het noodlot sloeg in 1971 toe, toen hij thuis tegen PSV-2 een dubbele beenbreuk opliep, wat hem maanden revalidatie kostte.

Debuutwedstrijd

Zijn eerste wedstrijd voor het 1e elftal weet hij nog goed. Het was een vriendschappelijke avondwedstrijd tegen het West-Duitse Rot Weiss Essen. Wat hij zeker niet vergeet, is dat hij op de bank zat Ɵjdens de bekerfinale in 1972 tegen Ajax, waar hij zijn grote idool Piet Keizer zag spelen. Deze wedstrijd werd met 3-2 verloren. De volgende ochtend stond hij vroeg op, want samen met Aad Kila moest hij een wedstrijd in en tegen Spanje met de UEFA-jeugd spelen.

Zijn officiële competitiedebuut voor FC Den Haag was op 17 december 1972 in de thuiswedstrijd tegen FC Utrecht, toen hij inviel voor Piet de Zoete. De enige goal, die hij maakte was op 7 januari 1973 uit bij Excelsior, dat met 0-2 werd geklopt.

Seizoen 1974-1975

In 1974 nam Vujadin Boskov als trainer het stokje over van Evert Teunissen. De kennismaking met Boskov was geen succes. In de laatste wedstrijd van het seizoen 1973-1974 had Barend een forse schop tegen zijn kuitbeen in de wedstrijd met het 2e tegen Feyenoord-2 gekregen en moest het veld verlaten. In het ziekenhuis werd gezegd, dat foto’s niet nodig waren. Het betrof een verstuiking. Hij dacht, dat het Ɵjdens de vakantie in Spanje wel over zou gaan. Echter, na een week trainen in het nieuwe seizoen werd de pijn steeds erger en op advies van de arts liet hij foto’s maken in het toenmalige Bethlehem ziekenhuis, waaruit bleek, dat hij zijn kuitbeen had gebroken in het vorige seizoen tegen Feyenoord. Hij nam de foto’s mee en liet deze aan de dokter zien.
Boskov zei echter, dat is 6 weken geleden, dus is het wel geheeld en je kan gewoon weer gaan trainen. Hier stak clubarts Dolf Slager echter een stokje voor en Barend mocht voorlopig niet trainen. Zijn herstel zou 3 maanden duren. Daar hij het een beetje doelloos bestaan vond om alleen maar met voetbal bezig te zijn (8 keer per week trainen), besprak hij dit met voorzitter Herman Choufoer. Deze had een belangrijke functie bij de PTT en vertelde hem, dat hij drie dagen in de week (maandag, woensdag en vrijdag) er mocht gaan werken maar om drie uur ’s middags moest stoppen om te trainen. De datum weet hij nog precies: 1 september 1974. Hij had nog nooit een kantoor van binnen gezien en werd geplaatst op de afdeling staƟsƟek. Hij vond het geweldig en begon ’s morgens vrolijk om 07.00 uur om ’s middags eerder te kunnen stoppen om naar de training te gaan.


Actiefoto boven : Barend is zijn tegenstander te snel af.

Hij zou toch nog een aantal wedstrijden onder Boskov spelen, waaronder de bekerfinale in de Kuip op 15 mei tegen FC Twente, die onder leiding stond van Frans Derks. Barend viel in de 43e minuut in voor Hans Bres, die geblesseerd raakte.


Op de foto boven kijkt Barend gespannen toe, hoe Henk van Leeuwen in de 67e minuut doelman Gross verschalkt.

De 1-0 was voldoende, om de beker te winnen. Dat het een groot feest werd, sprak uiteraard vanzelf en de spelers werden naderhand op het stadhuis verwelkomd door Piet Vink, wethouder van sport en kunst.


Foto boven v.l.n.r.: Barend, Henk van Leeuwen, Ton Thie, Aad Mansveld en wethouder Piet Vink.

Einde voetbalcarrière bij ADO

ADO zat fors in de goede voorhoedespelers. Dat hield in, dat een aantal spelers moest vertrekken. Rob Baan, die inmiddels trainer van VVV was en Barend uiteraard goed kende vanuit zijn ADO-Ɵjd, wilde hem wel aan zijn elftal toevoegen. Hij nodigde Barend uit en samen met zijn vriendin ging hij naar Venlo. Het ketste echter af, omdat hij de afstand Den Haag-Venlo te ver vond. Dit tot groot ongenoegen van Rob.

Toen FC Vlaardingen bij hem aanklopte was de keus voor hem niet zo moeilijk. Hij kon zich bij de PTT verder ontplooien door daar hele dagen te gaan werken, omdat FC Vlaardingen uit louter semiprofs bestond. Hij had nu dus meer tijd, om cursussen te gaan volgen. Ook gingen Joop Quellhorst, Dick van der Meer, Hugo Lochtenbergh en Wim Berckenkamp over van FC Den Haag/ADO naar FC Vlaardingen. Er werd in de Vreeswijkstraat bij Barend verzameld en met z’n allen in zijn Kever naar Vlaardingen gereden. Het was een gezellige boel. In de eerste wedstrijd voor zijn nieuwe club scoorde Barend een hattrick. Echter de competitie verliep niet zoals het behoorde en trainer Jan van Baaren werd ontslagen. Theo Laseroms volgde hem op. Barend vond Laseroms een heel aardige man, die vooral van gezelligheid hield. Echter, hij liet de trainingen heel vaak over aan zijn assistent. In het tweede seizoen bij de Vlaardingers, toen Laseroms voor een wedstrijd de namen bekend maakte, bleek, dat hij er maar 10 had opgenoemd. Barend had er genoeg van. Mede, omdat hij zelf zegt, niet goed speelde en FC Vlaardingen een aflopende zaak was, vroeg hij om ontbinding van zijn contract. Dit betekende dat er op 1 oktober 1976 een einde kwam aan zijn (semi)profcarrière. Nu kon Barend zich volledig werpen op zijn maatschappelijke carrière. Hij wilde echter wel nog op amateurbasis blijven voetballen, maar de KNVB stak hier een stokje voor, want als je betaald voetbal had gespeeld, mocht je niet Ɵjdens het seizoen overstappen naar de amateurs.

In 1977 vroeg Jan de Jong (ook oud ADO’er), toenmalig trainer van TONEGIDO of Barend er niets voor voelde om daar te komen voetballen. Daar hij inmiddels het trainersdiploma in zijn bezit had, kon hij dat combineren met het trainen van een jeugdelftal. Ook werd hij herenigd met nog een aantal ADO’ers, met wie hij zowel in de jeugd als in de senioren had samengespeeld.


Staand 2e van links trainer Jan de Jong, rechts van hem verzorger Frans Evers en 3e van rechts Hans Verhagen.
Geknield 4e van links Cees de Jong en rechts van Cees aanvoerder Leo de Caluwé. Barend ontbreekt op deze foto.

Door een ‘vieze‘ overtreding, een schop van achteren tegen de knie, scheurde hij zijn achterste kruisband, waardoor hij het voetballen op amateurniveau verder wel kon vergeten. Na zijn jeugdtrainerschap bij TONEGIDO werd hij nog trainer van LenS zaterdag, waar hij Rob Jansen opvolgde.

Hoogtepunten

Behalve de twee bekerfinales en wedstrijden voor het Nederlands elftal onder 16, 18 en UEFA jeugd, blijŌ hem alƟjd de Europa Cup I-finale Manchester United–Benfica op 29 mei 1968 in Wembley bij. De ADO-jeugd deed mee aan een spelletjesprogramma ‘Geen woorden, maar daden’ van de AVRO op tv, waar onder meer Feyenoord en Ajax ook aan mee deden. Het waren behendigheidsspelletjes en de winnaar mocht naar de Europa Cup I-finale.
ADO won het spelletjesprogramma en trok naar Londen, waar Barend zijn andere grote idool zag spelen, namelijk George Best.

Barend speelde 13 wedstrijden in de Eredivisie en 34 in de Eerste divisie. Toch opmerkelijk, dat een zo’n begenadigde jeugdspeler, die het hoogste in de jeugd bereikte aan zo weinig wedstrijden in het betaalde voetbal toekwam. Zelf zegt hij hierover, dat alles wat er maar bij wijze van spreken te breken viel, hij heeft meegemaakt en dat hersenschuddingen hem ook niet vreemd voorkwamen. Dit kostte hem steeds veel tijd om te revalideren. Ook geeft hij
toe, dat hij zelf ook niet de makkelijkste was. Zeker is het vermeldenswaard, dat hij feitelijk geen plezier meer in het (betaalde) voetbal had. Hij ging voetballen om te scoren, pingelen en aan te vallen. Wat er de laatste jaren aan ontbrak en hij daardoor geen zin had om iedere keer achter zijn tegenstander aan te hollen.

Op 58-jarige leeftijd werd hij geconfronteerd met de zoveelste reorganisatie bij (inmiddels) Post NL. Hij maakte graag van de gelegenheid gebruik om vervroegd uit te treden. Daar heeft hij tot op de dag van vandaag geen moment spijt van.Wel doet hij af en toe nog wat (facilitaire) werkzaamheden op een basisschool. Of hij het voetbal nog volgt zegt hij, dat hij met een schuin oog naar de tv kijkt met altijd een boek over kunst op zijn schoot. Want kunst is inmiddels zijn grote passie. Anderhalf uur naar voetbal kijken lukt niet meer. Hij loopt kringloopwinkels, veilingen, vlooienmarkten en musea af, alƟjd op zoek naar
mooie dingen. Vroeger, als hij iets moois zag, kocht hij het, maar hij is zich steeds meer gaan specialiseren in Bauhaus en Art Deco. Hij heeft het hier zo druk mee, dat het eigenlijk dagwerk is geworden.

Op de vraag of hij nog sport geeft hij met een grote knipoog toe, dat hij een hometrainer in de garage heeft staan, maar dat het bij kijken blijft.

Tom Clavan